Rekenkameronderzoek BOA’s in Gemert-Bakel en Laarbeek | 11 okt 2017

De rekenkamercommissie heeft de inzet van BOA’s in de gemeenten Gemert-Bakel en Laarbeek laten onderzoeken. Het gaat om de functie die in veel gemeenten wordt aangeduid als ‘stadswacht’.

BOA’s (Buitengewoon Opsporings Ambtenaar) houden toezicht op onder meer de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), de Drank- en Horecawet, het parkeerbeleid, evenementen et cetera. Zowel Gemert-Bakel als Laarbeek werken (gedeeltelijk) met ingehuurde toezichthouders en de rekenkamercommissie was onder meer benieuwd of er verschillen zijn in de effectiviteit van deze toezichthouders.

Een eerste conclusie is dat beide gemeenten tevreden zijn over de inzet van de BOA’s in hun gemeente. In dit rekenkameronderzoek zijn ook geen signalen aangetroffen die duiden op structurele tekortkomingen in de taakuitvoering door de BOA’s: de BOA’s houden toezicht conform het beleid en de instructies van de gemeente. Dat neemt niet weg dat er op bepaalde aspecten ruimte is voor verbetering.

Beide gemeenten kiezen ervoor de handhavingsdoelen niet in termen van nalevingsniveaus te definiëren. Beide gemeenten hanteren geen prestatiedoelen, maar uitsluitend inputdoelen (aantal toezichturen). Hierdoor is het niet precies inzichtelijk welk nalevingsniveau de gemeentes acceptabel vinden. Het is hierdoor ook niet mogelijk te bepalen welke toezichtinzet voldoende is.

In beide gemeenten ontbreekt het aan inzicht in de nalevingsniveaus; er vinden geen metingen plaats. Dit maakt dat het niet mogelijk is om op basis van feiten het handhavingsbeleid bij te sturen c.q. het toezichtinstrumentarium aan te passen. n Laarbeek wordt zowel bestuurlijk als ambtelijk uitgesproken dat de focus op preventie en voorlichting ligt. Voor een doeltreffend handhavingsbeleid moet echter ook duidelijk zijn dat de gemeente – waar nodig – doortastend optreedt en een sanctie oplegt. In beide gemeenten lijkt een beweging zichtbaar richting minder sanctioneren. Het is zaak de lange termijn gevolgen van niet-sanctioneren voor het naleefgedrag mee te wegen in het beleid en de instructie voor de BOA’s.

Aangezien de resultaten van handhaving in beide gemeenten niet precies duidelijk zijn, is het feitelijk niet aan te geven of de verhouding tussen resultaten en de daaraan gerelateerde kosten in balans zijn. Een definitief oordeel over de doelmatigheid is niet te geven. Het is echter duidelijk dat in beide gemeenten de kosten niet buitensporig zijn. Gegeven de kwaliteit en de inzet is in beide gemeenten de externe inhuur niet significant duurder dan intern uitvoeren.

Bijzonderheden

Beide gemeenten hechten eraan een of meer ‘eigen’ BOA’s te hebben die voor de inwoners herkenbaar en vertrouwd zijn en die ook de gemeente kennen. In Laarbeek werkt de externe BOA weliswaar als ware hij een ‘eigen’ BOA, maar noch Gemert-Bakel, noch Laarbeek heeft dit uitgangspunt goed geborgd in de afspraken met de externe dienstverlener. Een aandachtspunt is dat één specifieke BOA niet volstaat; de gemeente heeft meerdere (parttime) BOA’s nodig, bijvoorbeeld voor toezicht bij evenementen. Het ligt voor de hand om hiervoor een regionale BOA-pool op te zetten.

Doorwerking

Op 31 augustus 2017 vond de behandeling van het rapport plaats in de raad van Laarbeek en heeft de raad het college verzocht om uitvoering te geven aan de aanbevelingen. In Gemert-Bakel vond de behandeling van het rapport plaats op 11 oktober in een raadscommissie, waarna het document als hamerstuk is doorgeleid naar de volgende raadsvergadering. De twee colleges hebben alle aanbevelingen overgenomen en met sommige aanbevelingen is al een start gemaakt.


Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Gemert-Bakel en Laarbeek
Onderzoekers: Martijn Mussche en Laura Meijer
Oplevering rapport: juli 2017

Rekenkamerrapport Inhuur van handhavers in Gemert-Bakel en Laarbeek