Inactieve rekenkamercommissies | 31 dec 2016
Slapende rekenkamercommissies, rekenkamercommissies zonder budget, zonder leden of zonder onderzoeksplannen: het is de minister van BZK een doorn in het oog. Wat is de huidige stand van zaken?
Omvang van het vraagstuk
De precieze omvang van het vraagstuk is niet duidelijk. De diverse onderzoeken komen tot verschillende aantallen slapende rekenkamercommissies:
- In het Stibabo-onderzoek van maart 2013 hebben alle toen nog 415 gemeenten gegevens geleverd, de respons was 100%. Dit onderzoek gaf aan dat 8,5% van de gemeenten een inactieve rekenkamercommissie had.
- Het Berenschot-onderzoek van juni 2015 gaf aan dat 24 (= 8%) van de 277 responderende gemeenten geen of een inactieve rekenkamercommissie had. Daarnaast gaven 7 andere gemeenten aan dat hun rekenkamercommissie vanaf 2011 geen jaarlijks budget toegekend had gekregen (=3%). Dat lijkt erop te duiden dat 11% van de rekenkamercommissies slapend is.
Een quick scan door Unravelling duidt erop dat het vraagstuk nog steeds aanzienlijk is. Zo is bijvoorbeeld 21% van de gemeentelijke rekenkamercommissies in Friesland te kenschetsen als ‘slapend’. Nu heeft dat ook te maken met een aanstaande gemeentelijke herindeling. Maar evengoed hadden deze gemeenten vooruitlopend op de herindeling een gemeenschappelijke rekenkamercommissie kunnen instellen.
Waar Berenschot in 2011 nog stelde dat het “het aantal slapende rekenkamers zeer beperkt (zeker geen tientallen)” was, kunnen we nu stellen dat het wel om tientallen slapende rekenkamers gaat.
Een verplichte rekenkamer om slapende rekenkamercommissies tegen te gaan
Op 28 november 2016 beantwoordde minister Plasterk kamervragen d.d. 18 september 2015 over zijn actieplan over lokale rekenkamers. Onderdeel van het actieplan is het schrappen van de rekenkamerfunctie uit de Gemeentewet, waardoor alleen de rekenkamer als mogelijkheid overblijft. De reden hiervoor is dat er volgens Plasterk nogal wat niet of nauwelijks functionerende vormen van rekenkamerfuncties zijn. Hieronder vallen gemeenten zonder rekenkamerfunctie, langdurige inactiviteit of een slapend bestaan van de rekenkamerfunctie en gemeenten die zeer fors bezuinigen op de rekenkamerfunctie. De facto lijkt een rekenkamerfunctie gevoeliger voor niet-functioneren dan een rekenkamer. Een rekenkamer kent meer verplichtingen en meer wettelijk geregelde structuren dan de rekenkamerfunctie, waardoor gemeenten niet meer naar eigen inzicht een rekenkamercommissie in kunnen richten zonder budget, zonder leden of op afroep. Ook de mogelijkheid voor raadsleden om lid te zijn van de rekenkamer wil minister Plasterk schrappen. Uit de antwoorden van de minister op de kamervragen valt op te maken dat de minister vast wil houden aan deze twee facetten van het actieplan, ondanks de commotie bij rekenkamercommissies en de NVRR. De minister wil in gesprek met de betreffende gemeenten, zo bleek 28 november 2016 uit zijn antwoord op kamervragen:
“Vooruitlopend op deze veranderingen zal ik, zoals de VNG in haar reactie ook oppert, in samenwerking met de VNG en de NVRR nader in gesprek treden met gemeenten met slapende rekenkamers, dan wel slapende rekenkamercommissies, met het oogmerk om gezamenlijk doelgericht actie te ondernemen om in deze gemeenten de rekenkamer te activeren, bijvoorbeeld in een gemeenschappelijke vorm.”
Wat is er de afgelopen vijf jaar gedaan?
De afgelopen vijf jaar hebben tientallen gemeenten zich niet aan de Gemeentewet gehouden. In 2013 heeft minister Plasterk gemeenteraden met slapende rekenkamercommissies opgeroepen om zich aan de wet te houden en een adequaat werkende rekenkamerfunctie in te richten. Er zijn geen signalen dat deze gemeenten daarna nog actief aangesproken zijn, bijvoorbeeld door de provincie in het kader van interbestuurlijk toezicht.
In plaats van het nu doortastend aanspreken van gemeenten, heeft de minister gekozen voor een vlucht vooruit. Een structuuroplossing in de vorm van een aanpassing van de Gemeentewet moet uitkomst bieden. De minister repareert hiermee enkele gebleken onvolkomenheden van de gemeentelijke rekenkamerfuncties.
Het wetsvoorstel voor aanpassing van de Gemeentewet was aangekondigd voor 2016, maar is voor zover bekend nog niet ingediend.
Wat moet er gebeuren?
Unravelling is vanuit professioneel oogpunt voorstander een robuuste en actieve rekenkamer. Alleen het afschaffen van de rekenkamerfunctie en het schrappen van de mogelijkheid om als raadslid lid te zijn van de rekenkamercommissie geeft ons inziens geen zekerheid dat inactieve rekenkamercommissies opeens actieve rekenkamers zullen worden. Het is de vraag of deze structuuroplossing van minister Plasterk zonder meer doeltreffend zal zijn. Het blijft in onze optiek nodig dat de minister en de provincie als interbestuurlijk toezichthouder toezicht houden op de taakuitvoering door de gemeente.
Toch is het zinvol het lidmaatschap van de rekenkamercommissie door raadsleden te schrappen. Niet omdat het nu zo vaak fout gaat, maar omdat het beter is de schijn te vermijden van ‘een slager die zijn eigen vlees keurt’. Het betrekken van raadsleden bij het onderzoek is overigens wel essentieel voor draagvlak en doorwerking van het rekenkameronderzoek. Minister Plasterk geeft aan dat rekenkamers kunnen denken aan een afvaardiging van raadsleden die periodiek namens de raad overleggen met de rekenkamer over de onderzoeksprogrammering, de voorlopige resultaten en de doorwerking van rekenkameronderzoek in het beleid van de gemeente. De raad moet een rekenkameronderzoek als relevant en nuttig ervaren. Een onderzoek dat in de la beland heeft immers weinig bijgedragen aan de controlerende rol van de gemeenteraad. Dat vraagstuk moet nog worden opgelost. Een mooie uitdaging voor de nieuwe gemeentelijke rekenkamers.
Zie ook: Kamerbrief Plasterk 2016 – Beantwoording kamervragen over actieplan lokale rekenkamers| Kamerbrief Plasterk 2015– Actieplan lokale rekenkamers |Verslag expertbijeenkomsten lokale rekenkamers – PBLQ Zenc | Onderzoek naar budgetten en samenwerking van gemeentelijke rekenkamers en rekenkamercommissies – Berenschot