Vertrouwelijkheid en rekenkameronderzoek (deel 1) | 30 sept 2016

Rekenkamercommissies kunnen bij hun onderzoeken te maken krijgen met vertrouwelijke stukken. Dit kan in de praktijk voor vraagstukken zorgen.

Unravelling vertrouwelijkheid en rekenkameronderzoek

Bij gemeenten geldt voor een groot aantal stukken vertrouwelijkheid. Dat is uiteraard het geval bij persoonsgegevens, maar ook bij allerhande beleidsdossiers.

De gemeentewet hanteert een aantal bepalingen voor de uitoefening van de taak van een rekenkamer:

  • “De rekenkamer is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht” (artikel 183.1);
  • “De rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn” (artikel 185.1);
  • “De rapporten en de verslagen van de rekenkamer zijn openbaar” (artikel 185.5).

In deze combinatie van artikelen zit voor het doen van rekenkameronderzoek een probleem. Wat te doen met vertrouwelijke informatie voor een openbaar rapport? De gemeentewet omschrijft niet wat de criteria zijn voor vertrouwelijkheid. De Algemene Rekenkamer beschouwt als vertrouwelijk in elk geval:

  • gegevens die de eenheid van de Kroon betreffen;
  • gegevens die de veiligheid van de Staat betreffen;
  • gegevens die de persoonlijke levenssfeer betreffen;
  • vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- of fabricagegegevens.

De werkwijze van de Algemene Rekenkamer is dat zij vertrouwelijke informatie toetst aan de objectieve criteria van de Wob. Bij vertrouwelijke informatie heeft zij overleg met de betreffende minister over het eventuele opnemen van de informatie in het rapport en de wijze waarop. De beslissing hierover is aan de Algemene Rekenkamer. De minister kan besluiten op grond van artikel 68 van de Grondwet de Algemene Rekenkamer te verbieden informatie te publiceren die strijdig is met het belang van de Staat. Hiervoor heeft de minister een besluit van de ministerraad nodig.

Bovenstaande is van toepassing op de Algemene Rekenkamer en op gemeentelijke rekenkamers. Maar de meeste gemeenten werken met een rekenkamercommissie en die heeft andere bepalingen dan een rekenkamer. Zo kan een rekenkamercommissie geheimhouding opleggen, in tegenstelling tot een rekenkamer (artikel 86 Gemeentewet). Hiervoor is in de gemeentewet een procedure uitgeschreven. Er moet hier echter wel een kanttekening bij geplaatst worden: de gronden waarop de rekenkamercommissie tot geheimhouding kan overgaan moeten in overeenstemming zijn met de weigeringsgronden van de Wet openbaarheid van bestuur. Zo kan de rekenkamercommissie vertrouwelijke informatie opnemen in het rapport en dit onder geheimhouding met de gemeenteraad delen. De gemeenteraad heeft dan de verplichting tot geheimhouding tot de rekenkamercommissie de geheimhouding opheft. Dat neemt niet weg dat vertrouwelijke informatie onderzoekers in een lastig parket kan brengen, dat geldt zowel voor rekenkamers als voor rekenkamercommissies. We gaan in deel 2 hierop in.