Berichten getagd ‘informatievoorziening’
Vertrouwen tussen raad en college: komt te voet en gaat te paard? | 1 juni 2023
‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’ Een rake uitspraak die gaat over alle verhoudingen in de politiek, en wordt veel gebruikt als het gaat over het vertrouwen van burgers in hun overheden. Maar ook binnen het lokale bestuur is vertrouwen belangrijk, namelijk tussen de raad en het college. In deze blog vertelt collega Miriam waarom vertrouwen tussen de raad en het college zo belangrijk is en geeft enkele tips voor het herstellen of creëren van vertrouwen.
Achtergrond
Op gemeentelijk niveau heeft de raad als hoogste bestuursorgaan formeel de meeste macht. Alle beslissingen worden immers aan de raad voorgelegd en op dat moment kan de raad sturen en een besluit aanpassen, herzien of zelfs terugdraaien. Het college ontwikkelt beleid en voert het uit, is opdrachtgever van de ambtelijke organisatie en heeft een informatievoorsprong op de raad. Het college heeft daarmee een eigen machtspositie.
De bedoeling van deze bijzondere verhouding is evenzeer een scheiding van machten, als een gelijkwaardige verdeling ervan. In de Wet Dualisering Overheid zijn de formele contouren van deze verhouding uitgewerkt. De raad moet bijvoorbeeld door het college voorzien worden van tijdige, volledige en juiste informatie om beslissingen te nemen. Er bestaat echter ruimte voor een eigen gemeentelijke bestuurscultuur, want de formele regels leggen niet vast hoe dit er in de praktijk uitziet. Deze bestuurscultuur komt neer op informele ‘omgangsvormen’ die idealiter de politieke verhoudingen in balans houden. De raad houdt zich dan op hoofdlijnen met het beleid bezig en niet met de details, zodat het college vrijhoud om te handelen krijgt. Het college zou de raad ‘iets te kiezen’ moeten geven bij grote besluiten.
Voorbeeld: brug bij een middelgrote plaats
Omdat dit abstract is schetsen we een scenario. Langs een middelgrote plaats moet een nieuwe brug over de rivier worden aangelegd. Het college kan hiervoor aan de raad een voorkeursontwerp voorleggen. De raad krijgt de voorkeursvariant aangeboden met argumenten om het goed te keuren, zoals lage kosten en doorstroming van het verkeer. In een bijlage zijn alternatieven opgenomen. Een tweede scenario is dat het college de raad in een vroeg stadium inzicht geeft in de schetsontwerpen van verschillende varianten voor de brug. Daardoor krijgt de raad de kans prioriteiten aan te geven en beter inzicht te krijgen in de voor- en tegenargumenten.
In het eerste scenario kan de raad één van de alternatieve varianten uit de bijlage kiezen, maar in de praktijk zal de raad met het college in gesprek gaan over de voorkeursvariant. De raad doet hooguit een amendement op het voorstel om bijvoorbeeld de fietsstrook op de brug te verbreden of vraagt om meer informatie. In het tweede scenario zal er een brede discussie plaatsvinden over de drie varianten. In deze discussie passeren voor- en tegenargumenten van de drie varianten de revue, waarbij de prioriteiten van de raad weer aan bod komen. Op die manier heeft de raad uiteindelijk de vrijheid om een weloverwogen keuze te maken.
Besturen vanuit wan/ver/trouwen
Waarschijnlijk is de inhoudelijke uitkomst in beide scenario’s gelijk, bijvoorbeeld omdat de argumenten voor de gekozen variant sterk zijn. Het proces verloopt in het tweede scenario echter veel beter, doordat de raad vanaf het begin meegenomen is in de overwegingen. In het eerste scenario probeerde het college de raad te sturen in de richting van de voorkeursvariant. Dit zal in de regel zo gebeuren omdat één variant duidelijk het beste is. De raad ziet zich echter ‘gesteld voor een voldongen feit’, of hij vat het zo op. Dit kan wantrouwen voeden – vertrouwt het college het oordeelsvermogen van de raad soms niet, of is het een prestigeproject? De uitkomst zal, zoals gezegd, waarschijnlijk hetzelfde zijn. Maar het eerste scenario levert een minder goed proces op, en kan daardoor de verhoudingen tussen raad en college op scherp zetten.
De gevolgen daarvan kunnen aanzienlijk zijn. Bij grote projecten zoals een brug spelen er vaak overschrijdingen van de kosten en planning. De raad moet daarover geïnformeerd worden en mogelijk volgt er een budgetbeslissing. Dit zal voor een gekrenkte raad een moment zijn om zijn macht te doen gelden. Het gesprek zal in het eerste scenario worden gevoerd vanuit wantrouwen en gaat over inschattingsfouten, mogelijkheden van de raad om invloed uit te oefenen op het project, en in het ergste geval zal het gesprek tussen college en raad zelfs gaan over politieke consequenties.
In het tweede scenario heeft de raad zelf weloverwogen de beslissing genomen die nu voor een overschrijding zorgt. Hoewel er nog steeds sprake kan zijn van onbegrip over de mogelijk gebrekkige planning, is de raad nu niet ‘op het oorlogspad’. De raad is immers mede-eigenaar gemaakt van de beslissing en voelt zich ervoor verantwoordelijk.
Hoe dan wel?
De consequenties van een zij/wij bestuurscultuur zijn van potentieel destructief karakter voor de politieke verhoudingen en daarmee voor de daadkracht van een gemeente. Daarom geven we hieronder enkele tips voor het creëren of herstellen van het vertrouwen.
Tips college
Ga als college eens op de stoel van de raad zitten. Beschouw diens informatiepositie, overweeg de politieke prioriteiten van de coalitie en de oppositie. Wat zouden vragen zijn die een raadslid in die positie kan hebben? Welke prioriteiten heeft dit raadslid?
- Overweeg of de informatie die je de raad biedt begrijpelijk is. De raad is immers een ‘lekenbestuur’ en van raadsleden kan niet worden verwacht dat zij overal kennis van hebben. Als informatie mogelijk onduidelijk is, maak de informatie dan begrijpelijker. Begrijpelijker is niet hetzelfde als méér informatie – in onze gesprekken met raadsleden horen we ook behoefte aan beknopte overzichten van processen zoals het geschetste, zeker als het over meerdere bestuursperiodes gaat.
- Sorteer voor op vragen en beantwoord ze waar je kan al vooraf.
- Als je de prioriteiten van de raad in overweging neemt, welke afwegingen in het besluit behoeven dan extra toelichting? Biedt die toelichting.
- Neem de raad even serieus als een vertrouwde vriend met een andere politieke kleur. Dat betekent; ga uit van diens goede bedoelingen en reageer vanuit vertrouwen.
Tips raad
Pak als raadslid eens bewust de rol van volksvertegenwoordiger en beschouw de zaak als burger. Welk belang heeft een gemiddelde burger? Welke belangenconflicten bestaan er in de gemeente die je moet afwegen? Zijn de meeste burgers, of een belangrijke minderheid, gediend met de vragen die je aan de raad stelt, en de amendementen die je indient?
- Neem een minimalistische houding aan; stel een vraag alleen, wanneer het antwoord consequenties kan hebben voor jouw oordeel over het project. Als dat het geval is, denk dan vooraf na alternatieven of amendementen die deze kwestie oplossen.
- Houdt de grote lijn in gedachten. De raad bewaakt miljoenen en bedient tienduizenden tot honderdduizenden mensen. Deze grote lijn, bezien vanuit de eigen politieke kleur, moet de vragen, amendementen en stemming bepalen.
- Neem het college even serieus als een vertrouwde vriend met een andere politieke kleur. Dat betekent; ga uit van diens goede bedoelingen en reageer vanuit vertrouwen.
Deze blog is geschreven door Miriam Dorigo. Meer weten over het vertrouwen tussen raad en college? Neem dan contact op met haar of met Martijn Mussche.
Besluitvorming Hart van Laren | 27 mei 2020
De Rekenkamer van Blaricum, Eemnes en Laren (BEL) besloot in 2018 onderzoek te doen naar de besluitvorming en de informatiepositie van de raad rondom het beheer en exploitatie van Hart van Laren; een door de gemeente in het leven geroepen beheerstichting om een aantal gemeenschapsaccomodaties te beheren.
Bevindingen
Hart van Laren is een samenwerking tussen de gemeente, de Parochie en de Bibliotheek om cultuur- en welzijnsorganisaties een plek te bieden in de gebouwen Brinkhuis en Schering & Inslag onder beheer van één stichting. In 2009 stelde de raad de visiedocumenten voor het project Hart van Laren vast, een huisvestingsplan en het beschikbare krediet van €1,7 mln. voor exploitatie in de komende 20 jaar. Hierna gingen de betrokken partijen aan de slag met de invulling van deze contouren en werd in 2012 de beheerstichting Hart van Laren in het leven geroepen. In de daaropvolgende jaren werd duidelijk dat de exploitatieresultaten achterbleven bij de verwachting en dat het krediet ontoereikend was voor het beheren van de gebouwen voor de komende 20 jaar. Discussies en onduidelijke afspraken tussen de beheerstichting, de gemeente en de Parochie – over onder meer de demarcatie van taken en verantwoordelijkheden – waren hierin complicerende factoren.
Op basis van het onderzoek formuleerde de Rekenkamer conclusies en aanbevelingen aan zowel de raad als het college. Deze gingen onder andere over het verduidelijken dan wel afronden van de benodigde overeenkomsten, zoals het subsidieproces en afspraken omtrent de exploitatie. Tevens raadt de Rekenkamer aan om een open debat te voeren over de kosten van Hart van Laren en de gemeentelijke bijdrage in de toekomst, want het verleden leert dat gemeenschapsaccomodaties zelden zonder een gemeentelijke bijdrage kunnen.
Doorwerking
Op 20 mei 2020 besprak de commissie Maatschappij & Financiën het rapport van de Rekenkamer en de bijbehorende bestuurlijke reactie. In de raadsvergadering van 27 mei 2020 gaf de portefeuillehouder aan dat het subsidieproces in beginsel stond, maar nog wel verder ingeregeld moest worden. Ook zegde ze toe met de raad in gesprek te gaan over een nieuwe visie voor Hart van Laren. De raad van Laren nam alle aanbevelingen van de Rekenkamer over.
Opdrachtgever: Rekenkamer Blaricum, Eemnes en Laren
Onderzoekers: Martijn Mussche en Douwe Hoitinga
Oplevering rapport: oktober 2019