Berichten getagd ‘Grote Projecten’

Bouw gemeentehuis Oldambt | 26 oktober 2023

De rekenkamer van Oldambt (hierna: de rekenkamer) heeft – naar aanleiding van een motie van de gemeenteraad – besloten onderzoek te doen naar de bouw van het gemeentehuis in de gemeente. De rekenkamer heeft Unravelling gevraagd dit onderzoek uit te voeren.

De bouw van een gemeentehuis is een groot project waar veel tijd mee gemoeid is. Voor het grote project stelde de gemeenteraad in 2019 € 25 mln. beschikbaar. De gemeenteraad wilde graag dat de rekenkamer het grote project zou monitoren. Daarop gaf de rekenkamer aan dat dit niet onder haar takenpakket valt. De rekenkamer gaf aan wel onderzoek te kunnen doen naar de grip van de gemeente op de bouw van het gemeentehuis.

De centrale onderzoeksvraag van het onderzoek was als volgt:

In hoeverre is de organisatie ‘in control’ bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis van Oldambt en welke lessen zijn daaromtrent te trekken voor dit project en eventuele andere grote projecten?

Het huidige pand met de HEMA en de voormalige Kijkshop.

Conclusies

Het onderzoek laat zien dat de gemeente enerzijds aandacht heeft voor de kwaliteit van het te realiseren gemeentehuis. De organisatiestructuur zit logisch in elkaar en de gemeente heeft duidelijke keuzes gemaakt ten aanzien van de aankoop van gronden voor de bouw van het gemeentehuis. Ook heeft het college de raad goed meegenomen in de bouw van het gemeentehuis. Het college heeft de raad daarover op verschillende momenten geïnformeerd.

Anderzijds komt uit het onderzoek naar voren dat de gemeente niet in control is; dat wil zeggen dat het de gemeente niet lukt om de bouw van het gemeentehuis binnen de daarvoor gestelde kaders van tijd en geld te realiseren. De belangrijkste risicofactor is de afhankelijkheid van de HEMA voor de bouw van het gemeentehuis. Ook heeft de gemeente onvoldoende oog voor de financiële gevolgen van een langere doorlooptijd en beschikt de gemeente niet over actuele projectplannen. Tot slot heeft zijn er bestuurlijk te weinig kritische tegengeluiden geweest over de verwevenheid van de bouw van het gemeentehuis met de plannen van de HEMA.

Aanbevelingen

In het rapport doet de rekenkamer vijf aanbevelingen aan raad en college om de grip op grote projecten (in de toekomst) te verbeteren:

  1. Minimaliseer de afhankelijkheid van partners in een groot project (in dit geval HEMA). Leg de uitgangspunten en randvoorwaarden daarover op voorhand (schriftelijk) vast;
  2. Zorg voor (meer) borging van kritische tegengeluiden, bijvoorbeeld door het expliciet vastleggen van voor- en nadelen;
  3. Zorg voor een periodieke (bijvoorbeeld halfjaarlijkse) actualisatie van de risicoanalyse en de beheersmaatregelen en monitor de voortgang van deze beheersmaatregelen;
  4. Vergroot de focus op doorlooptijd. Een actuele en voldoende gedetailleerde projectplanning (inclusief mijlpalenplan) is daarbij cruciaal. Bespreek in elke stuurgroepvergadering de effecten van (onvoorziene) omstandigheden en ontwikkelingen op het tijdpad en stuur actief op het realiseren van het beoogde tijdpad;
  5. Het is van belang dat de raad op van tevoren afgesproken tijden en volgens door de raad gewenste wijze het college kan bevragen over de voortgang, de mogelijke risico’s en de onderhandse wijzigingen. Laat de raad deze werkwijze vormgeven en vastleggen.

Doorwerking

Op donderdag 28 september heeft Unravelling de bevindingen gepresenteerd tijdens een door de rekenkamer georganiseerde sessie voor raadsleden. Tijdens deze sessie heeft de rekenkamer de conclusies en aanbevelingen toegelicht en het rapport aan de gemeenteraad overhandigd. De raad besluit op een nader te bepalen moment of hij de conclusies en aanbevelingen overneemt.


Opdrachtgever: Rekenkamer Oldambt
Onderzoekers: Martijn Mussche en Rubin ten Broeke
Oplevering rapport: 18 augustus 2023

Vertrouwen tussen raad en college: komt te voet en gaat te paard? | 1 juni 2023

‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’ Een rake uitspraak die gaat over alle verhoudingen in de politiek, en wordt veel gebruikt als het gaat over het vertrouwen van burgers in hun overheden. Maar ook binnen het lokale bestuur is vertrouwen belangrijk, namelijk tussen de raad en het college. In deze blog vertelt collega Miriam waarom vertrouwen tussen de raad en het college zo belangrijk is en geeft enkele tips voor het herstellen of creëren van vertrouwen.

Bron afbeelding: www.freepik.com

Achtergrond

Op gemeentelijk niveau heeft de raad als hoogste bestuursorgaan formeel de meeste macht. Alle beslissingen worden immers aan de raad voorgelegd en op dat moment kan de raad sturen en een besluit aanpassen, herzien of zelfs terugdraaien. Het college ontwikkelt beleid en voert het uit, is opdrachtgever van de ambtelijke organisatie en heeft een informatievoorsprong op de raad. Het college heeft daarmee een eigen machtspositie.

De bedoeling van deze bijzondere verhouding is evenzeer een scheiding van machten, als een gelijkwaardige verdeling ervan. In de Wet Dualisering Overheid zijn de formele contouren van deze verhouding uitgewerkt. De raad moet bijvoorbeeld door het college voorzien worden van tijdige, volledige en juiste informatie om beslissingen te nemen. Er bestaat echter ruimte voor een eigen gemeentelijke bestuurscultuur, want de formele regels leggen niet vast hoe dit er in de praktijk uitziet.  Deze bestuurscultuur komt neer op informele ‘omgangsvormen’ die idealiter de politieke verhoudingen in balans houden. De raad houdt zich dan op hoofdlijnen met het beleid bezig en niet met de details, zodat het college vrijhoud om te handelen krijgt. Het college zou de raad ‘iets te kiezen’ moeten geven bij grote besluiten.

Voorbeeld: brug bij een middelgrote plaats

Omdat dit abstract is schetsen we een scenario. Langs een middelgrote plaats moet een nieuwe brug over de rivier worden aangelegd. Het college kan hiervoor aan de raad een voorkeursontwerp voorleggen. De raad krijgt de voorkeursvariant aangeboden met argumenten om het goed te keuren, zoals lage kosten en doorstroming van het verkeer. In een bijlage zijn alternatieven opgenomen. Een tweede scenario is dat het college de raad in een vroeg stadium inzicht geeft in de schetsontwerpen van verschillende varianten voor de brug. Daardoor krijgt de raad de kans  prioriteiten aan te geven en beter inzicht te krijgen in de voor- en tegenargumenten.

In het eerste scenario kan de raad één van de alternatieve varianten uit de bijlage kiezen, maar in de praktijk zal de raad met het college in gesprek gaan over de voorkeursvariant. De raad doet hooguit een amendement op het voorstel om bijvoorbeeld de fietsstrook op de brug te verbreden of vraagt om meer informatie. In het tweede scenario zal er een brede discussie plaatsvinden over de drie varianten. In deze discussie passeren voor- en tegenargumenten van de drie varianten de revue, waarbij de prioriteiten van de raad weer aan bod komen. Op die manier heeft de raad uiteindelijk de vrijheid om een weloverwogen keuze te maken.

Besturen vanuit wan/ver/trouwen

Waarschijnlijk is de inhoudelijke uitkomst in beide scenario’s gelijk, bijvoorbeeld omdat de argumenten voor de gekozen variant sterk zijn. Het proces verloopt in het tweede scenario echter veel beter, doordat de raad vanaf het begin meegenomen is in de overwegingen. In het eerste scenario probeerde het college de raad te sturen in de richting van de voorkeursvariant. Dit zal in de regel zo gebeuren omdat één variant duidelijk het beste is. De raad ziet zich echter ‘gesteld voor een voldongen feit’, of hij vat het zo op. Dit kan wantrouwen voeden – vertrouwt het college het oordeelsvermogen van de raad soms niet, of is het een prestigeproject? De uitkomst zal, zoals gezegd, waarschijnlijk hetzelfde zijn. Maar het eerste scenario levert een minder goed proces op, en kan daardoor de verhoudingen tussen raad en college op scherp zetten.

De gevolgen daarvan kunnen aanzienlijk zijn. Bij grote projecten zoals een brug spelen er vaak overschrijdingen van de kosten en planning. De raad moet daarover geïnformeerd worden en mogelijk volgt er een budgetbeslissing. Dit zal voor een gekrenkte raad een moment zijn om zijn macht te doen gelden. Het gesprek zal in het eerste scenario worden gevoerd vanuit wantrouwen en gaat over inschattingsfouten, mogelijkheden van de raad om invloed uit te oefenen op het project, en in het ergste geval zal het gesprek tussen college en raad zelfs gaan over politieke consequenties.

In het tweede scenario heeft de raad zelf weloverwogen de beslissing genomen die nu voor een overschrijding zorgt. Hoewel er nog steeds sprake kan zijn van onbegrip over de mogelijk gebrekkige planning, is de raad nu niet ‘op het oorlogspad’. De raad is immers mede-eigenaar gemaakt van de beslissing en voelt zich ervoor verantwoordelijk.

Hoe dan wel?

De consequenties van een zij/wij bestuurscultuur zijn van potentieel destructief karakter voor de politieke verhoudingen en daarmee voor de daadkracht van een gemeente. Daarom geven we hieronder enkele tips voor het creëren of herstellen van het vertrouwen.

Tips college

Ga als college eens op de stoel van de raad zitten. Beschouw diens informatiepositie, overweeg de politieke prioriteiten van de coalitie en de oppositie. Wat zouden vragen zijn die een raadslid in die positie kan hebben? Welke prioriteiten heeft dit raadslid?

  • Overweeg of de informatie die je de raad biedt begrijpelijk is. De raad is immers een ‘lekenbestuur’ en van raadsleden kan niet worden verwacht dat zij overal kennis van hebben. Als informatie mogelijk onduidelijk is, maak de informatie dan begrijpelijker. Begrijpelijker is niet hetzelfde als méér informatie – in onze gesprekken met raadsleden horen we ook behoefte aan beknopte overzichten van processen zoals het geschetste, zeker als het over meerdere bestuursperiodes gaat.
  • Sorteer voor op vragen en beantwoord ze waar je kan al vooraf.
  • Als je de prioriteiten van de raad in overweging neemt, welke afwegingen in het besluit behoeven dan extra toelichting? Biedt die toelichting.
  • Neem de raad even serieus als een vertrouwde vriend met een andere politieke kleur. Dat betekent; ga uit van diens goede bedoelingen en reageer vanuit vertrouwen.

Tips raad

Pak als raadslid eens bewust de rol van volksvertegenwoordiger en beschouw de zaak als burger. Welk belang heeft een gemiddelde burger? Welke belangenconflicten bestaan er in de gemeente die je moet afwegen? Zijn de meeste burgers, of een belangrijke minderheid, gediend met de vragen die je aan de raad stelt, en de amendementen die je indient?

  • Neem een minimalistische houding aan; stel een vraag alleen, wanneer het antwoord consequenties kan hebben voor jouw oordeel over het project. Als dat het geval is, denk dan vooraf na alternatieven of amendementen die deze kwestie oplossen.
  • Houdt de grote lijn in gedachten. De raad bewaakt miljoenen en bedient tienduizenden tot honderdduizenden mensen. Deze grote lijn, bezien vanuit de eigen politieke kleur, moet de vragen, amendementen en stemming bepalen.
  • Neem het college even serieus als een vertrouwde vriend met een andere politieke kleur. Dat betekent; ga uit van diens goede bedoelingen en reageer vanuit vertrouwen.

Deze blog is geschreven door Miriam Dorigo. Meer weten over het vertrouwen tussen raad en college? Neem dan contact op met haar of met Martijn Mussche.

Markt en Kerkplein Hattem | 7 sept 2020

De gemeente Hattem had in 2014 de ambitie om een samenhangende stadsruimte te creëren door het samenvoegen en herinrichten van verschillende ruimtes. Als gevolg daarvan zijn in de jaren daarna het Markt- en Kerkplein heringericht. De rekenkamercommissie van Hattem besloot in 2019 onderzoek te doen naar de bestuurlijke en ambtelijke besluitvorming rondom deze herinrichting. De hoofdvraag was als volgt geformuleerd: In hoeverre is het proces van kaderstelling, (bestuurlijke en ambtelijke) aansturing, beheersing, toezicht en verantwoording bij het project herinrichting Markt en Kerkplein doelmatig en doeltreffend geweest en hoe is dit geborgd in de aanpak van grote projecten in Hattem?

Bestratingswerkzaamheden aan de Markt in Hattem

Bevindingen

Op hoofdlijnen is het proces van planvorming tot realisatie van het Kerkplein goed verlopen en toont het onderzoek geen grote fouten of onrechtmatigheden aan. De gemeente had veel aandacht voor een interactieve aanpak om samen met de Hattemse bevolking het nieuwe stadsbeeld vorm te geven. Positieve bevindingen waren dat de gemeente bij het tweede project de lessen uit het voorgaande traject heeft geïmplementeerd. Daarnaast wijzigde de raad binnen zijn bevoegdheid de eerste kaderstelling en verschoof daarmee de focus van esthetiek naar comfort en duurzaamheid. Natuurlijk zijn er ook enkele verbeterpunten geconstateerd. Ten eerste kent de gemeente Hattem geen formele definiëring voor (grote) projecten, al werd het project Markt en Kerkplein intern wel degelijk beschouwd als een groot project. Een formele definitie voor grote projecten – bijvoorbeeld op basis van tijd, geld & kwaliteit – kan houvast bieden in de besluitvorming en helpt in de voorfase van het project bij (het nadenken over) de afbakening en risicobeheersing. Daarnaast had de gemeente onvoldoende aandacht voor de risico’s omtrent de gewenste kwaliteit van het eindproduct. Ook heeft de gemeente onvoldoende afgewogen in hoeverre de verschillende ambities onderling verenigbaar waren. Ten slotte was er geen duidelijke proceseigenaar en integraal eindverantwoordelijke tijdens het proces.

De nieuw bestrate Markt voor de Grote of Andreaskerk in Hattem

Doorwerking

Het college heeft in een bestuurlijke reactie laten weten de conclusies gedeeltelijk te onderschrijven en de aanbevelingen deels ter harte te nemen.

Op 7 september 2020 is het rapport toegelicht en besproken in de commissie Algemene en Ruimtelijke Zaken. In deze raadscommissie is besloten het rekenkamerrapport voor kennisgeving aan te nemen. Het is daarna niet geagendeerd voor behandeling in de raadsvergadering.


Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Hattem
Onderzoekers: Martijn Mussche en Douwe Hoitinga
Oplevering rapport: juni 2020

Escalatie van commitment | 7 okt 2019

Met het rapport ‘IJs en weder dienende’ constateerde de rekenkamercommissie van Hoogeveen in oktober 2018 dat de gemeente onvoldoende grip had op korte- en lange termijn risico’s van het project om een combinatie ijsbaan en zwembad te realiseren. Er was onzekerheid over de juridische haalbaarheid van een nog op te zetten obligatielening, de stijgende bouwkosten, het energieconcept en over de exploitatie van de ijsbaan-zwembad combinatie. Ondanks deze risico’s en toenemende waarschuwingssignalen bleef het college van Hoogeveen optimistisch en vastberaden.

Lees meer

Rekenkameronderzoek kunstijsbaan-zwembad Hoogeveen | 31 okt 2018

kunstijsbaan zwembad Hoogeveen

In maart 2017 stelde de gemeente zich garant voor de bouw van een kunstijsbaan in Hoogeveen. Najaar 2017 werd de realisatie van een nieuw zwembad aan het plan  toegevoegd. Vlak voor het raadsbesluit over dit project van bijna € 32 mln. vroeg de raad de rekenkamercommissie het besluitvormingsproces en de uitgangspunten te onderzoeken.

Lees meer

Rekenkameronderzoeken grondexploitatie: een korte meta-analyse | 29 juni 2018

Unravelling Rekenkameronderzoeken grondexploitatie

De economische crisis bracht veel gemeenten in grote financiële problemen, mede dankzij forse verliesnemingen in de grondexploitatie. In deze korte meta-analyse worden de bevindingen van zes rekenkameronderzoeken naast elkaar gelegd en op hoofdlijnen vergeleken.

rekenkameronderzoek grondexploitatie Unravelling

Cijfers liegen niet

Grondexploitatie was jaren een betrouwbare inkomstenbron voor Nederlandse gemeenten. De economische crisis bracht daar 10 jaar geleden verandering in. Er werden forse verliezen geleden en gemeenten kwamen erdoor in grote financiële problemen. Deloitte rekende in 2016 uit dat gemeenten sinds 2009 ruim € 3 miljard verlies hebben geleden door afwaarderingen in de grondexploitatie. Mede dankzij deze verliezen daalde de totale reserve van Nederlandse gemeenten met € 1,1 miljard.

Hoewel in 2017 nog altijd 1 op de 3 gemeenten te maken heeft met tekorten in de grondexploitatie (gemiddeld € 0,8 miljoen per gemeente), lijkt het ergste achter de rug. Door de aantrekkende woningmarkt en een groeiende economie durven gemeenten weer voorzichtig actief grondbeleid te voeren. Dit houdt in dat ze actief grond aankopen, ontwikkelen en (het liefst met winst) weer verkopen. Vorig jaar lag het totale saldo van grondexploitatie door Nederlandse gemeenten boven de € 1 miljard, zelfs hoger dan voor de crisis. Toch lijkt er wel iets te zijn veranderd. Werd er in 2010 nog ter waarde van zo’n € 850 miljoen aan grond aangekocht door gemeenten, in 2017 is dit gedaald tot ‘slechts’ € 147 miljoen; het laagste niveau in tien jaar tijd.

Gemeenten zijn voorzichtiger geworden en proberen de verliezen uit de crisistijd goed te maken. Maar welke conclusies werden er destijds getrokken in de verschillende rekenkamerrapporten die over dit thema verschenen? Voor deze korte meta-analyse zijn rekenkamerrapporten van zes verschillende gemeenten bestudeerd en vergeleken. Dit zijn in willekeurige volgorde: de gemeente Rotterdam (rapport gepubliceerd in 2012), Deventer (2013), Dordrecht (2013), Apeldoorn (2012), Dalfsen (2013) en Boxtel (2015). Al deze onderzoeken richten zich op de informatievoorziening, risicobeheer en sturing van het grondbedrijf van de gemeente. Op één na zijn het allemaal case studies, waarbij aan de hand van casussen het grondbeleid wordt ontrafeld en beoordeeld.

Meest voorkomende bevindingen

De conclusies van deze onderzoeken vertonen een aantal overeenkomsten, waaronder:

  • Planoptimisme: Te hoge verwachtingen over de opbrengsten;
  • Onvoldoende aandacht voor risico’s en risicobeheersing;
  • Berekening weerstandscapaciteit onvolledig;
  • Informatievoorziening richting de raad onvoldoende;
  • Geen actualisatie van benodigde kader- en beleidsnota’s;

Uiteraard biedt een korte analyse als deze geen conclusies die voor alle gemeenten geldend zijn. Daarbij moet ook in acht worden genomen dat de onderzoeken ten tijde van de crisis zijn uitgevoerd en gericht waren op het blootleggen van de zwakke kanten van beleid. Deze korte analyse van zes rapporten laat zien dat er bij diverse gemeenten op grote lijnen dezelfde constateringen zijn gedaan bij onderzoek naar het grondbeleid. De verwachting waren onrealistisch hoog, er was onvoldoende aandacht voor de risico’s en mede door gebrekkige informatievoorziening schoot de controle tekort. De waarde van grond is altijd gebaseerd op schattingen en wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals inflatie, prijsschommelingen en rente. Gemeenten nemen daardoor altijd een zeker risico bij de exploitatie van grond. Of er daadwerkelijk is geleerd van de vele (rekenkamer)onderzoeken naar dit thema moet de toekomst gaan uitwijzen.

In al deze onderzoeken wordt gesproken van zogenaamd ‘planoptimisme’, één van de belangrijkste oorzaken van de financiële misère. De gemeenten verwierven en ontwikkelden op grote schaal grond en hadden hoge verwachtingen van de toekomstige opbrengsten. Er ontstond een discrepantie tussen de  ramingen en de daadwerkelijke opbrengsten van de exploitatie. Tegelijkertijd was er volgens deze onderzoeken onvoldoende aandacht voor de risico’s. De berekening van de weerstandscapaciteit gaf bij deze gemeenten een vertekend beeld van de aanwezige risico’s in het grondbedrijf. Daarnaast blijkt uit deze onderzoeken dat de informatievoorziening richting gemeenteraad onvoldoende was voor zijn kaderstellende en controlerende taken. De oorzaak hiervan ligt onder andere bij onvolledige of niet tijdig aangeleverde informatie. Bovendien bleken de benodigde beleids- en kadernota’s vaak niet geactualiseerd en/of geëvalueerd. Daarnaast was er bij deze gemeenten geen eenduidig risicosysteem waardoor risico’s binnen de organisatie wisselend gewaardeerd en beoordeeld werden. Dit alles zorgde ervoor dat de raad onvoldoende zicht had op de risico’s en hier ook beperkt op kon sturen.


Bronnen:

  • Korthals Altes, W. (2018). Financiële gegevens bouwgrondexploitaties: Financiële gegevens bouwgrondexploitatie gemeenten tot en met 4e kwartaal 2017 (2e plaatsing). Delft: OTB-Onderzoek voor de gebouwde omgeving. Faculteit Bouwkunde, TU Delft;
  • Binnenlands Bestuur (2015) Grond, geld en gemeenten: De betekenis en gevolgen van de gemeentelijke grondexploitaties voor de bestuurlijke en financiële verhoudingen, Binnelands Bestuur, juli 2015;
  • Deloitte (2017) Gemeentelijke grondposities gehalveerd; data analyse grondposities gemeenten, ©2017 Deloitte The Netherlands;
  • Rekenkamer Rotterdam (2012) Grond voor exploitatie: Onderzoek naar grondexploitatie in tijden van crisis, September 2012, Rotterdam;
  • Rekenkamercommissie Deventer (2013) Risico’s beheerst? Onderzoek naar risicomanagement van grondexploitaties, Deventer, december 2013;
  • Rekenkamercommissie Dordrecht (2013) Achter grond; Een onderzoek naar de informatievoorziening rondom grondbeleid en grondexploitatie, Dordrecht, 2013
  • Gemeente Apeldoorn (2012) De grond wordt duur betaald: Raadsonderzoek naar het grondbedrijf in de gemeente Apeldoorn, Apeldoorn, 2012
  • Gemeente Dalfsen (2013) Onderzoek naar de (financiële) beheersing van de grondexploitatie van de gemeente Dalfsen, Dalfsen, december 2013;
  • Rekenkamercommissie gemeente Boxtel (2015) Sturing grondbeleid Boxtel, juli 2015.

Rekenkameronderzoek Grote projecten | 13 apr 2015

Unravelling Drechterland

Grote projecten – en zeker grote bouwprojecten – hebben een impact op de gemeente en haar inwoners. Het is daarbij uit meerdere rekenkameronderzoeken bekend dat grote projecten de neiging hebben om kaders van tijd, geld, kwaliteit en risico te overschrijden. Reden genoeg voor de Rkc SED om de beheersing van grote projecten te onderzoeken.

Lees meer