Berichten door Hannelore Schouwstra

Onderzoek toezicht en handhaving APV Rijssen-Holten | 18 december 2024

Het college van de gemeente Rijssen-Holten (hierna: het college) heeft besloten om door middel van een 213a-onderzoek Unravelling Onderzoek & Advies te vragen om onderzoek te doen naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van toezicht en handhaving op het vlak van openbare orde en veiligheid op het vlak van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Relevant voor dit onderzoek is een eerder uitgevoerd rekenkameronderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Rekenkamer West-Twente. Dit rekenkameronderzoek is uitgevoerd in achttien gemeenten, waaronder de gemeente Rijssen-Holten. Er werden vier aanbevelingen gedaan in dit onderzoek, relevant voor openbare orde en veiligheid. Het college wilde nagaan of de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek zijn opgevolgd en daarnaast wil zij een analyse van de werkdruk en de prioritering van de handhavingsactiviteiten in de gemeente.  

(Bron: Gemeente Rijssen-Holten)

Opvolgen van de aanbevelingen

In 2019 bracht de Rekenkamer West Twente een rapportage uit met een reeks aanbevelingen voor de gemeente Rijssen-Holten om de taken rondom toezicht en handhaving (VTH-taken) te verbeteren. Uit dit onderzoek blijkt dat er naar aanleiding van deze aanbevelingen duidelijke stappen zijn gezet. Zo is vooruitgang geboekt op beleidsniveau, met name door de invoering van het integrale veiligheidsbeleid. Tegelijkertijd kan de beleidsmatige onderbouwing van toezicht en handhaving APV breder, structureel en beter geborgd worden in de organisatie.

Een andere aanbeveling betreft de input vanuit de praktijk. In de gemeente Rijssen-Holten schrijven de boa’s de handhavingsuitvoeringsprogramma’s zelf. Daarmee wordt de input vanuit de praktijk benut in de programmering. Er mist daarbij nog wel een duidelijke beleidsmatige onderbouwing in deze programma’s, gebaseerd op kwantitatieve en kwalitatieve informatie vanuit de praktijk over resultaten, trends en ontwikkelingen. De registratiesystemen van de boa’s bevatten gegevens die nog onvoldoende worden omgezet in bruikbare sturingsinformatie en inzichten.

Tot slot is de samenwerking met de politie een aandachtspunt. Zoals aanbevolen is deze samenwerking geformaliseerd in een handhavingsarrangement. Toch werkt dat in de praktijk soms anders. Veranderende taken van de politie en de handhaving vragen om regelmatige actualisatie van het arrangement, zodat dit actueel kan blijven. Ook kan de samenwerking in de praktijk anders verlopen vanwege de variatie in situaties en betrokken personen.

Werkdruk en capaciteit

De boa’s in Rijssen-Holten hebben een breed takenpakket. Van preventieve zichtbaarheid op straat tot het opvolgen van meldingen en het uitvoeren van prioriteiten uit de handhavingsuitvoeringsprogramma’s – veel komt bij hen samen. Het boa-team van de gemeente Rijssen-Holten zit momenteel op de beoogde capaciteit. Toch blijft de kwalitatieve én kwantitatieve capaciteit een uitdaging bij de gemeentelijke handhaving. Dit heeft directe gevolgen voor de uitvoering van handhavingstaken, wanneer er niet voldoende capaciteit is om alle prioriteiten, ad-hoc acties en reguliere werkzaamheden na te volgen en de boa’s dus voor dilemma’s staan. Daarbovenop worden steeds meer taken vanuit de politie doorgeschoven naar gemeentelijke handhaving.

Ook het behouden van ervaren boa’s is een uitdaging. Veel jonge boa’s stromen na enkele jaren door naar de politie, terwijl het inwerken van nieuwe krachten veel tijd kost. De beperkte bevoegdheden (zoals het ontbreken van geweldsmiddelen voor de meeste boa’s) zorgen daarnaast voor extra belemmeringen bij handhavingstaken. Door dit alles kunnen de prioriteiten van de boa’s in het gedrang komen.

In het rapport is geconstateerd dat het niet altijd duidelijk is wat er blijft liggen of hoe de prioriteiten worden gewaarborgd bij capaciteitsproblemen. De aanbevelingen uit het rapport zijn dan ook duidelijk: er is behoefte aan een betere balans tussen beleidsdoelen en uitvoeringscapaciteit. Daarnaast is het belangrijk om meer inzicht te krijgen in hoe de capaciteit wordt ingezet en wat dit betekent voor de dagelijkse praktijk. Concrete en meetbare doelstellingen in het handhavingsuitvoeringsprogramma, gecombineerd met betere monitoring, kunnen hieraan bijdragen.

Ondermijning

Ondermijning is een groeiend probleem in veel gemeenten, en Rijssen-Holten vormt hierop geen uitzondering. Ondermijning verwijst naar de vermenging van de boven- en onderwereld, waarbij criminelen gebruik maken van legale structuren voor illegale activiteiten. Denk aan drugsproductie in schuren, witwassen via bedrijven of intimidatie binnen de horeca. Voor kleinere gemeenten zoals Rijssen-Holten kan ondermijning extra zichtbaar worden door het waterbedeffect – wanneer strenger optreden in grotere steden criminaliteit naar omliggende dorpen verplaatst.

Sinds de introductie van het handhavingsuitvoeringsprogramma in 2020 en het integrale veiligheidsbeleid in 2021 heeft de gemeente Rijssen-Holten toenemend aandacht  voor ondermijning. De focus ligt op preventieve acties, integrale samenwerking met ketenpartners en bewustwording onder inwoners en ondernemers. De nadruk ligt sinds 2023 meer op preventie en voorlichting, een belangrijke verschuiving in de aanpak. Beleidsdoelstellingen zijn helder geformuleerd, en samen met ketenpartners worden acties ondernomen om dit complexe probleem aan te pakken.

Hoewel ondermijning hoog op de agenda staat, blijft de uitvoering een uitdaging door de beperkte capaciteit van de boa’s. Acties tegen ondermijning vragen veel tijd en afstemming met ketenpartners zoals politie, brandweer en het Openbaar Ministerie. In de praktijk betekent dit dat reguliere werkzaamheden, zoals preventieve aanwezigheid op straat, soms moeten wijken voor integrale acties. Het ontbreken van structurele uren voor ondermijning en de intensieve afstemming die deze acties vereisen, maken een gerichte aanpak lastig.

Ondanks de uitgebreide plannen mist een concreet handvat effectief en gecoördineerd op te treden tegen ondermijning. Wel presteert Rijssen-Holten bij sommige gebieden van ondermijning beter dan gemiddeld, vergeleken met gemeenten van vergelijkbare grootte. Dit geeft hoop, maar benadrukt ook dat verdere versterking van samenwerking en capaciteit essentieel is om de strijd tegen ondermijning efficiënt en effectief voort te zetten.


Opdrachtgever: Gemeente Rijssen-Holten
Onderzoekers: Martijn Mussche en Hannelore Schouwstra.
Oplevering rapport: 27 juli 2024


Vergelijkbaar onderzoek door Unravelling:

Rekenkameronderzoek Toezicht en handhaving Cranendonck

Rekenkameronderzoek Integraal Veiligheidsplan Meierijstad

De juiste vorm voor een gesprek met een ervaringsdeskundige | 6 november 2024

We bespraken in een eerdere blog de manieren om in contact te treden met ervaringsdeskundigen van gemeentelijk beleid over armoede en schulden. In deze blog leggen we uit hoe wij dit soort gesprekken aanpakken en geven we tips vanuit onze ervaring.

Unravelling heeft ervaring met ongestructureerde en semigestructureerde interviews, groepsgesprekken en ‘veldwerk’ om in contact te treden met ervaringsdeskundigen die te maken hebben met armoede of schulden. Deze methodes nemen we onder de loep. 

Bron afbeelding: www.pexels.com

Een interview

Een semigestructureerd of een ongestructureerd interview past goed bij ervaringsdeskundigen. Een gesprek in deze vorm biedt de nodige vertrouwelijkheid en ‘intimiteit’. We gebruiken bij een ongestructureerd interview een topiclijst. Je draagt dan bepaalde onderwerpen aan zodat je in de loop van de reeks interviews een beeld krijgt van de ervaringen op dat gebied. Dit type interview heeft wel beperkingen. In feite ben je vooral het ‘verhaal’ aan het ophalen. Bij een semigestructureerd interview zorg je wel voor vaste vragen maar is er ook ruimte voor doorvragen en afwijken van de vaste vragen. Daarmee bouw je flexibiliteit in om een vertrouwde setting te creëren terwijl je wel je vragen stelt.

De ervaringsdeskundige vertelt over iets heel persoonlijks als het over schulden en armoede gaat. Dit geldt ook voor gesprekken in het kader van de Participatiewet, de Jeugdwet of de WMO. De geïnterviewde moet dan ook een drempel over om open kaart te spelen. Leg uit wat er met de resultaten gebeurt en benadruk anonimiteit. Sommige mensen zijn bang om kwaad te spreken over de gemeente of hulpverlenende organisaties. Er kan sprake zijn van stress, frustratie, angst en wantrouwen jegens overheidsinstanties en hulpverlenende organisaties. Als onderzoeker ben je daar soms onbedoeld een verlengstuk van. Daarom kost het soms even de tijd om het vertrouwen te winnen. Het helpt als de onderzoeker zich (wanneer passend) ook enigszins durft bloot te geven. Het moet kunnen voelen als een ‘gewoon’, gelijkwaardig gesprek.

Praktische tip 2: Overweeg of je alleen interviewt of met z’n tweeën. Het eerste voelt sneller intiem en veilig voor de geïnterviewde, maar de onderzoeker moet zich ook veilig voelen.

Een persoonlijk interview werkt goed om echt de diepte in te gaan. Welke financiële problemen heeft de ervaringsdeskundige, welke drempels zijn er, is er overzicht in het hulpaanbod, is er vertrouwen in de goede intenties van de gemeente, helpt de geboden hulp? Het gesprek leent zich ook om ‘afvinklijstjes’ af te gaan zoals het aanbod van de gemeente, de organisaties en voorbeelden van drempels, om te zien of deze mogelijkheden en ervaringen herkend worden. Dit kan veelzeggend zijn bij een wat groter aantal geïnterviewden. Doe dit pas aan het einde van het gesprek: het ‘vinken’ op een lijst brengt je terug naar de rollen van interviewer en geïnterviewde; een opgebouwde vertrouwenssfeer verdwijnt dan.

Praktische tip 3: Geef een eventuele vergoeding direct bij aanvang van het gesprek, niet achteraf. De geïnterviewde moet voelen dat de vergoeding ‘afhankelijk’ is van het verloop van het gesprek.

Een groepsgesprek

In ons onderzoek voor rekenkamer Dordrecht hebben we ervaringsdeskundigen gevraagd om met elkaar in gesprek te gaan. Eerst hebben we veel aandacht besteed aan vertrouwelijkheid – ook onder deelnemers onderling. De deelnemers hadden allen positieve ervaring met het buurthuis waar we het gesprek hielden en waren via een vertrouwde tussenpersoon benaderd. Hoewel deze niet aanwezig was bij het gesprek, was deze link cruciaal om dit groepsgesprek te kunnen organiseren.

Praktische tip 4: Het kiezen van een goede locatie voor een gesprek (zoals een buurthuis) is belangrijk om mensen een veilig gevoel te geven. De locatie moet een toegankelijke sfeer hebben en ook letterlijk toegankelijk zijn. Ook de bereikbaarheid is belangrijk.

In het gesprek hebben we ruim de tijd genomen om vertrouwen op te bouwen. We openden het met een inloop met koffie. Toen we begonnen, introduceerden we onszelf, gaven we een toelichting over privacy en deelden de beloofde VVV-bonnen uit. De eerste vragen gingen over een aantal door ons opgestelde ‘casussen’. Tegen welke hindernissen zou deze fictieve persoon aan lopen bij het vragen van hulp? Welke hulp zou hij ontvangen? Zou hij daarmee uiteindelijk echt geholpen zijn? Om het laagdrempelig te houden gebruikten eenvoudig taalgebruik en visuele werkmethoden (zoals stickers plakken). Pas in deel 2 bespraken we het eigen oordeel van de deelnemers over de aangeboden hulpverlening. We lieten het open of mensen over eigen ervaring wilden spreken of het liever algemeen hielden. Op dat moment kenden we elkaar al ruim een uur. We merkten dat deze volgorde hielp: mensen durfden het aan om persoonlijke informatie en ervaringen te delen en ook kritisch te zijn op de gemeente en hulpverlenende organisaties. Dit bood waardevolle inzichten voor het onderzoek.

Praktische tip 5: De geïnterviewde moet een drempel over om open kaart te spelen. Let heel goed op de opbouw en kies minimaal één werkvorm waar men geen eigen ervaringen hoeft te delen.

Het veldwerk

Onze veldwerklocaties bij onderzoek naar armoedeproblematiek zijn doorgaans openbare plaatsen zoals wijk- en buurtcentra, bibliotheken en andere wijkgerichte voorzieningen. We bezoeken bijvoorbeeld een koffie-ochtend of bijeenkomsten waar mensen ondersteuning kunnen krijgen bij financiële en administratieve zaken. Dit doen we op verschillende tijden en locaties. We krijgen soms de vraag om specifieke doelgroepen te bereiken via het veldwerk, zoals jonge gezinnen, ouderen of mensen met een lage digitale- of taalvaardigheid. Daar is een creatieve aanpak voor nodig. Welke bijeenkomsten kunnen we bezoeken, welke contactpersonen hebben we nodig? Welke bijeenkomsten trekken het publiek dat we willen bereiken (bijvoorbeeld een vrijwillige Nederlandse-taalcursus)?

Praktische tip 6: Tijdens het veldwerk komen er veel indrukken op je af. Zorg daarom dat je (ten minste) in tweetallen op pad gaat, om achteraf de indrukken met elkaar te delen en daarop te reflecteren. Ook verzamel je zo meer informatie. Met meer mensen op pad gaan kan ook, maar zorg dat de groepsgrootte niet overweldigd.

Een belangrijk kenmerk van veldwerk dat wij voor onze onderzoeken naar armoedeproblematiek hebben gedaan, is dat we ‘open’ optreden: we laten weten dat wij onderzoekers zijn die nieuwsgierig zijn naar een persoonlijke ervaring en er niet zijn om interacties tussen personen te observeren. Als we op een dergelijke bijeenkomst komen stellen we ons voor en zijn we transparant over waar we onderzoek naar doen. Dit kan al voldoende zijn om een gesprek op gang te brengen. Het is belangrijk hier zo min mogelijk in te sturen en zorgvuldig te zijn in het stellen en beantwoorden van vragen.  

Praktische tip 7: Het vergt sociale vaardigheden om een prettig gesprek aan te gaan. Wees flexibel in je taalgebruik en vermijd jargon, maar blijf jezelf.

Het is ook belangrijk om onafhankelijkheid te benadrukken. Dit doe je niet door kritisch te zijn op de gemeente, want daarmee stuur je de ervaringskundige ook deze kant op. Het helpt om simpelweg een vraag neer te leggen, bijvoorbeeld: zijn er nog meer manieren om hulp te bieden aan mensen die niet rond komen? Vraag in zo’n setting niet meteen naar persoonlijke ervaringen. Ook hier is het een kwestie van geduld. Vaak vragen we op een gegeven moment iets als: zien jullie dit ook om je heen? of denk je dat er in deze buurt mensen wonen die meer hulp nodig hebben? Mensen vertellen graag over hun eigen buurt. Naarmate het gesprek vordert, durven mensen ook sneller eigen ervaringen te delen. Soms biedt dat ook mogelijkheden om hen uit te nodigen voor een interview op een ander moment.

Praktische tip 8: Stuur het gesprek vanuit compassie en geduld, mensen vertellen niet meteen relevante dingen. Kort samenvatten wat er verteld is maakt dat de ander zich gehoord voelt. Je kan dat dan makkelijk opvolgen met een nieuwe vraag.

Veldwerk nodigt niet uit tot het maken van opnames, want dit zal mensen afstoten. Dit geldt in mindere mate ook voor een notitieblok. Het is niet verkeerd om aantekeningen te maken, maar benoem dit expliciet: nu zeg je iets wat nieuw voor mij is en erg interessant. Is het goed als ik dit opschrijf? Zo neem je je gesprekspartner serieus en ben je transparant. Leg het notitieblok daarna ook weer weg. Direct na afloop van je veldwerk kun je een kwartier nemen je eigen aantekeningen en gedachten in stilte uit te wisselen met een collega: dit zijn dan je ruwe resultaten. 


Deze blog is geschreven door Miriam Dorigo. Wil je meer weten? Neem dan contact met haar op.

Welke route bewandel je wanneer er een integriteitsschending heeft plaatsgevonden? | 23 oktober 2024

Wanneer we het over integriteit  en integriteitsschendingen hebben kan de vraag naar boven komen: wat betekent dat nu eigenlijk, integriteit? Wat houdt het in om integer te handelen?

Het Nederlands woordenboek zegt hierover het volgende: [integriteit is] de eigenschap dat u eerlijk en betrouwbaar bent. Met deze kernwaarden ‘eerlijkheid’ en ‘betrouwbaarheid’ wordt de lat voor integer handelen gelijk mooi hoog gelegd. Als deze kernwaarden gevolgd worden, zou er snel geconcludeerd kunnen worden dat iemand waarschijnlijk integer handelt. Jammer genoeg is dit niet altijd het geval. Mensen kunnen immers ook oneerlijk en onbetrouwbaar handelen, contra-integer dus. Dit kan leiden tot een integriteitsschending. Wanneer dit op je werk gebeurt, kan het onduidelijk zijn wat je daaraan kan doen.

In deze blog worden verschillende routes uiteengezet die bewandeld kunnen worden wanneer je een integriteitsschending wil aankaarten. Welke routes zijn er en waar kan je Unravelling tegenkomen?  

Bron afbeelding: www.unsplash.com

Waar begint je route?

Een integriteitsroute begint bij het vermoeden van een integriteitsschending. Voorbeelden hiervan  zijn (de schijn van) een belangenverstrengeling en vriendjespolitiek. Ook grensoverschrijdend gedrag is een voorbeeld van een integriteitsschending. Discriminatie, pesten, en (seksuele) intimidatie zijn voorbeelden van grensoverschrijdende gedragingen. Organisaties hebben vaak een gedragscodes waarin wordt aangegeven wat gewenste omgangsvormen zijn en welke omgangsvormen verboden zijn. Wanneer iemand, of jijzelf, gepest of gediscrimineerd wordt op werk, is het van belang om dit aan te kunnen kaarten bij de werkgever, of anders bij een ander onafhankelijke entiteit.

Let op: soms kan er (ook) sprake zijn van een strafbaar feit. In dergelijke gevallen zal niet altijd een integriteitsroute voor de hand liggen, maar juist een melding of aangifte bij de politie. 

Welke integriteitsroutes kun je bewandelen?

Leidinggevende en/of afdeling human resources

In beginsel ligt het voor de hand om een integriteitsschending intern aan te kaarten. Dit betekent dat je naar de leidinggevende kan gaan om een melding te doen. Wanneer er onduidelijkheid is over wie de leidinggevende is (of deze persoon is de oorzaak van de melding) kan er ook gekozen worden om naar de afdeling human resources te gaan. Deze interne route heeft korte lijntjes (je leidinggevende en human resources zijn als het goed is makkelijk te contacteren) en zal mogelijk relatief snel een oplossing bieden voor de integriteitsschending. Wanneer er sprake is van een arbeidsconflict kan de leidinggevende als mediator optreden.

Vertrouwenspersoon

Wanneer de leidinggevende en de afdeling human resources geen prettige of zelfs een onveilige keuze zijn, kan je aankloppen bij de vertrouwenspersoon van jouw organisatie. De meeste organisaties hebben een vertrouwenspersoon aangesteld, bij wie onder andere integriteitskwesties gemeld kunnen worden. Deze vertrouwenspersoon kan intern of extern zijn aangesteld, maar is altijd onafhankelijk. In beginsel is deze persoon verantwoordelijk voor het in behandeling nemen van meldingen van werknemers die zijn lastiggevallen of die hulp en advies nodig hebben. Vervolgens zal deze persoon ook nagaan of een oplossing in de informele sfeer mogelijk is.

Integriteitscommissie

Een integriteitscommissie is een commissie die binnen een organisatie is aangesteld en die tot taak heeft maatregelen te nemen wanneer er zich integriteitskwesties voordoen. Deze taak kan uitgevoerd worden door bijvoorbeeld trainingen geven. Een integriteitscommissie zal, wanneer dit noodzakelijk wordt geacht, een onderzoek uitvoeren naar de integriteitskwestie.

Je kunt bij deze integriteitscommissie terecht wanneer je een misstand, een integriteitskwestie of een bejegeningskwestie wilt melden.  Denk aan corruptie, maar ook aan de eerder genoemde grensoverschrijdende gedragingen. Een integriteitscommissie heeft de autorisatie om onafhankelijk onderzoek te doen binnen de organisatie.

Sinds 2 juni 2020 is de onafhankelijke integriteitscommissie van het ministerie van Justitie en Veiligheid operationeel, de Integriteitscommissie JenV. Meer over deze integriteitscommissie en de ambitie van de overheid voor een rijksbrede commissie in een volgende blog.

Huis voor Klokkenluiders

Het Huis voor Klokkenluiders is een organisatie die advies geeft aan werknemers die kennis hebben van maatschappelijke misstanden, die onderzoek doet naar de behandeling van dergelijke klokkenluiders en die bijdraagt aan een integere samenleving door overheden te stimuleren hun integriteit te bewaken. Je kan een melding doen bij het Huis voor Klokkenluiders wanneer je denkt dat er sprake is van een misstand met een maatschappelijk belang. Het is van belang dat je pas naar het Huis voor Klokkenluiders stapt, wanneer er geen andere autoriteit of toezichthouder bevoegd is om onderzoek te doen.

Het Huis voor Klokkenluiders zal nagaan of er inderdaad sprake is van een misstand met een maatschappelijk belang (misstandonderzoek) óf een melder onjuist behandeld is vanwege diens melding (bejegeningsonderzoek).

Wanneer kom je Unravelling tegen?

Onderzoekers van Unravelling werken in opdracht en in samenwerking met het Huis voor Klokkenluiders en ondersteunen de Integriteitscommissie JenV bij verschillende onderzoeken naar integriteitskwesties binnen uitvoeringsorganisaties van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarnaast houdt Unravelling zich ook op breder vlak bezig met integriteitsonderzoek, feitenonderzoek en cultuuronderzoek.

Unravelling komt vaak in beeld wanneer integriteitskwesties intern niet zomaar opgelost kunnen worden. Een voorbeeld daarvan is een ingewikkelde integriteitskwestie binnen een gemeente. De burgemeester kan ervoor kiezen een onderzoek uit te laten voeren door een extern onderzoeksbureau. In een dergelijk geval kan Unravelling het onderzoek uitvoeren in opdracht van de burgemeester.

Hetzelfde geldt voor andere organisaties waarbij een oplossing in de informele sfeer niet mogelijk blijkt te zijn. De organisatie kan er dan voor kiezen om een externe partij bij de oplossing te betrekken. Unravelling zal dan onafhankelijk onderzoek doen en advies geven aan de organisaties. Aangezien integriteitskwesties vaak gevoelig kunnen liggen, zijn er ook onderzoeken en rapporten die niet openbaar gemaakt kunnen worden. Unravelling zal altijd vertrouwelijk en integer omgaan met informatie die binnen een onderzoek naar voren komt. Op onze website kun je onze openbare onderzoeken en casusbeschrijvingen vinden, zoals onze onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de topsport en het topsportklimaat.


Deze blog is geschreven door Pita Klaassen. Wil je meer weten? Neem dan contact op met haar of Martijn Mussche.

In gesprek met ‘de doelgroep’ bij armoede en schulden: hoe doe je dat?  | 5 september 2024

Zoals te lezen in dit artikel probeert gemeente Arnhem de schulden van inwoners kwijt te schelden. De gemeente heeft echter moeite om kandidaten te vinden. Sommige inwoners blijven, zelfs na uitleg, de hulp weigeren. Inwoners voelen enorme argwaan jegens ‘de overheid’ en alle vertegenwoordigers ervan, maar ook jegens hulpverleners van hulpverlenende organisaties die niet aan de overheid gerelateerd zijn. Zelfs wij, als onafhankelijk onderzoekers, moeten soms wantrouwen overwinnen voordat mensen met ons in gesprek durven gaan. Toch legt Unravelling vaak contact met inwoners tijdens rekenkameronderzoeken naar armoede en schulden. Onze leercurve in deze projecten was stijl. Hoe leg je nu contact met mensen? Hoe krijg je ze zo ver om open te zijn over zo’n gevoelig onderwerp?

Op onze website hebben we in een van onze cases al geschreven over dit onderwerp. We gaan in deze blog dieper in op de manieren van contact leggen, de woordkeuze en de verschillende vormen van in gesprek gaan. Er zijn hierbij verschillende mogelijkheden, waaronder veldwerk, groepsgesprekken of enquêtes. In deze blog gaan we uit van een scenario waarin we mensen werven om ze één op één te interviewen.

Bron afbeelding: www.unsplash.com

Over wie spreken we eigenlijk?

De ‘doelgroep’, de ‘inwoners’… Over wie spreken we eigenlijk? Een woord als ‘doelgroep’ stelt het gemeentelijk beleid centraal: wie is de doelgroep van het beleid? En de term ‘inwoner’ is weinig specifiek. Wij gebruiken het liefst het woord ‘ervaringsdeskundige’. We willen kennis en ervaring putten van deze mensen en daarvan leren. ‘Ervaringsdeskundige’ betekent: een gelijkwaardig gesprek waarin de geïnterviewde centraal staat.

Woordkeuze is essentieel 

Het kiezen van eenvoudig taalgebruik in de communicatie is belangrijk. Het devies is: korte zinnen en veel gebruikte, gemakkelijke woorden. Maar welke woorden dan precies? Dat is de crux. Het is essentieel om in de eerste communicatie woorden als ‘armoede’ en ‘schulden’ te vermijden. Er zijn weinig mensen die zichzelf echt als ‘arm’ definiëren. En praten over schulden? Een deel van deze doelgroep is juist als de dood om geconfronteerd te worden met ‘het probleem’.

Als Unravelling mensen werft, vragen we of men ‘moeite heeft om rond te komen’ of: ‘kom je (soms) geld tekort’? Subtiele keuzes kunnen het verschil maken: ‘heb je te maken met’ in plaats van ‘heb je ervaring met’. Want ‘ervaring’ klinkt zwaarder dan ‘ermee te maken hebben’. Ervaringsdeskundigen denken al snel: ‘mijn problemen zijn niet ernstig genoeg’. Zo mogelijk is het ook beter om het woord ‘gemeente’ niet te noemen in de eerste communicatie. Daarop haken mensen af. Het wantrouwen richting de gemeente kan immers groot zijn en daardoor afschrikwekkend werken.

Concreet, toegankelijk, anoniem

Bij het leggen van contact is het belangrijk om de vraag eenvoudig te houden. Vraag alleen naar naam, e-mailadres of telefoonnummer en niet naar aanvullende informatie bij een (digitaal) aanmeldformulier. Benadruk anonimiteit en vertel dat de geïnterviewde geen papieren en formulieren mee hoeft te nemen. Bij een uitnodiging voor een interview maak je het concreet: waar, op welke dag? En als je kiest voor een vergoeding voor een interview: vermeld dat.

Zoeken naar verbinding

Goed, onze communicatie is in orde: we hebben een klein uitnodigingsformulier gemaakt en een (digitale) flyer. Maar hoe zorgen we dat ervaringsdeskundigen die boodschap krijgen?

Er zijn verschillende ingangen. Een flyer over ons verzoek om met elkaar te spreken kan en moet breed uitgezet worden. Natuurlijk is het daarbij belangrijk om via de gemeente en hulpverlenende organisaties te werven. Bij de Voedselbank, in de hal van het gemeentehuis, op het bureau van de gemeentelijke consulent: daar moet deze flyer sowieso te vinden zijn. Maar bedenk je wel: de mensen die de flyer daar zien, zijn al ‘gevonden’ door de gemeente. Als je zoekt naar verborgen armoede, zijn andere plekken van belang: het buurtcentrum, de bibliotheek, de kleuteringang van een lokale basisschool, misschien wel het prikbord van de supermarkt of de kantine van een voetbalclub, een weggeef-kastje. Als het mag, zijn dit goede plekken om een flyer op te hangen. Denk eens aan de optie om (via de gemeente) een brief uit te sturen naar willekeurige inwoners. Het voordeel: de lezer hoeft niet digitaal vaardig te zijn. Het kan ook goed werken om inloopspreekuren en koffie-uurtjes te bezoeken om persoonlijk mensen te werven. Dit is tijdrovend maar is in zichzelf al een leerzaam moment in het onderzoek.

Een belangrijke opmerking bij dit alles: maak gebruik van je netwerk en bouw (dus) ook een netwerk op. Het is waardevol om contact te leggen met consulenten, vrijwilligers en medewerkers van maatschappelijke organisaties en de Cliëntenraad. Deze mensen kennen de ervaringsdeskundigen. De kunst is om vertrouwen te creëren zodat zij als verbindende factor willen optreden. Dit kost enige tijd. Maar uiteindelijk is dat een hele waardevolle manier om bij de ervaringsdeskundigen terecht te komen, ook bij degenen die het vertrouwen in ‘de overheid’ al verloren hebben.

Vooruitblik naar de volgende blog

We begonnen er al mee: waar werven we eigenlijk voor? Een één op één gesprek is voor een ervaringsdeskundige best spannend. Want stel je eens voor: je wordt door een onderzoeker gevraagd om dinsdag om 10.00 in een hokje in de lokale bibliotheek te komen praten over iets waar je je iedere dag zorgen om maakt: je schulden. Het zweet staat al op je voorhoofd. Kan dat ook anders? Ja. Daarover meer in een volgende blog.


Deze blog is geschreven door Miriam Dorigo. Wil je meer weten? Neem dan contact met haar op.

Onderzoek armoedebeleid Dordrecht ‘Armoede is (niet) niks’ | 11 april 2024

De rekenkamer Dordrecht (hierna: de rekenkamer) wilde weten of het armoedebeleid van de gemeente doeltreffend is. Daarbij had de rekenkamer speciale interesse in de vraag hoe de gemeente toekomstbestendig is, door te kijken naar hoe zij omgaat met onder meer energiearmoede.

De centrale onderzoeksvraag was:

In hoeverre is het armoedebeleid van de gemeente Dordrecht als doeltreffend aan te merken, zodanig dat ook rekening gehouden wordt met armoedeval en energiearmoede. En welke instrumenten zet de gemeente daarvoor in?

We zullen aan het einde terugkomen op de conclusies en aanbevelingen die we in dit onderzoek hebben opgeleverd. Eerst zal deze casusbeschrijving iets meer vertellen over de gebruikte onderzoeksmethoden, met name het interviewen van inwoners.

(Bron: Unsplash)

Onderzoeksmethoden

Rekenkameronderzoek kent een aantal geëigende methoden: de documentstudie, waarin we beleid, uitvoeringsplannen, raadsstukken en P&C-stukken (zoals de jaarrekening) bekijken en analyseren en interviews met beleidsambtenaren en het college. Een onderwerp als armoede heeft daarnaast baat bij een bredere kijk. Het raakt inwoners van een gemeente veel persoonlijker dan bijvoorbeeld verkeersbeleid of inkoopbeleid en er is een scala aan maatschappelijke organisaties die ook een rol spelen in armoedebestrijding, waardoor het beperkt zou zijn om enkel de gemeente zelf te betrekken in het onderzoek. Daarom heeft Unravelling aan de rekenkamer aangeboden om ook in gesprek te gaan met maatschappelijke organisaties en met mensen die te maken hebben met armoede of schulden. Dit hebben we gedaan in de vorm van een rondetafelgesprek en interviews. Maar hoe komen we in contact met mensen die in armoede of schulden leven?

Wie is ‘de doelgroep’?

‘De doelgroep’ is een veelgebruikte term als er gesproken wordt over mensen die ondersteuning krijgen of nodig hebben op het gebied van financiën. Het is daarbij wel goed om er bewust van te zijn dat DE doelgroep niet bestaat. Deze ‘doelgroep’ bevat immers een grote diversiteit aan mensen die ook verschillende soorten ondersteuning nodig kunnen hebben. De ondersteuning kan bijvoorbeeld zo eenvoudig zijn als samen een formulier invullen of éénmalig de administratie op orde brengen, waarna mensen weer zelfstandig verder kunnen. Er zijn echter ook mensen die het niet lukt een gezonde financiële huishouding te voeren, behalve als zij langdurige ondersteuning krijgen. Er is bovendien een breed scala aan redenen dat mensen deze korte of langdurige hulp nodig hebben. De groep mensen over wie we spreken is dus niet onder één noemer te vangen. Kortom; de eerste vraag die een onderzoeker zich moet stellen is; over wie spreken we?

In ons geval hebben we gekozen voor mensen die nu, of in het recente verleden, financiële ondersteuning hebben ontvangen van de gemeente. In het geval van Dordrecht is dat een breed net om uit te werpen; de gemeente biedt een groot scala aan regelingen met ruimhartige inkomensgrenzen. Omdat we specifiek de ondersteuning vanuit de gemeente onderzoeken betekent deze selectie dat we in het onderzoek de mensen uitsluiten die ‘alleen’ hulp ontvingen van een maatschappelijke organisatie.

Contact leggen met inwoners die ondersteuning ontvangen

In Dordrecht hebben we de gemeente om hulp gevraagd bij het leggen van contact met de inwoners die ondersteuning ontvangen. We hebben daarbij te maken met de AVG. De gemeente kent de mensen die hulp ontvangen, maar mag deze gegevens niet met Unravelling delen om hen te benaderen voor onderzoek. Deze inwoners hebben daarvoor immers geen toestemming gegeven. We gebruiken daarom een ‘tweetrapsraket’. De eerste stap bestaat eruit dat consulenten in de uitvoering de mensen die zij al spreken, de vraag stellen of zij mee willen werken aan een onderzoek. De tweede stap is, wanneer deze mensen toestemming geven, om hun gegevens te delen met Unravelling. Wij mogen hen dan benaderen omdat het hen expliciet gevraagd is en zij toestemming hebben gegeven.

We hebben deze ‘tweetrapsraket’ in Dordrecht ook opgezet met maatschappelijke organisaties. Ook zij spreken dagelijks inwoners en kunnen hen vragen of ze willen deelnemen aan onderzoek. Dit heeft voldoende aanmeldingen opgeleverd voor een groepsgesprek en een aantal losse interviews met inwoners van Dordrecht. In een andere gemeente hebben we aanvullend een flyer ontworpen en deze in een lokale krant gezet, hetgeen ook tot aanmeldingen leidde.

Het gesprek

Een belangrijke basis van interviews met inwoners is respect en gelijkwaardigheid. Zij stellen zich kwetsbaar op en hebben geen persoonlijk belang bij het vertellen van hun verhaal, terwijl dit emotioneel belastend kan zijn. Om die reden heeft de gemeente Dordrecht ons geadviseerd een VVV-bon mee te geven aan mensen die willen meewerken aan het onderzoek. Deze bon geven we al bij aanvang van het gesprek: de druk is eraf. Daarnaast vragen wij deelnemers aan het onderzoek (als dit past) of zij het liefst één op één geïnterviewd willen worden of in een groepsgesprek willen deelnemen.

Om deelnemers aan het groepsgesprek op hun gemak te stellen vroegen we hen om een fictieve casus te bespreken. De casus, een fictieve inwoner, had bijvoorbeeld schulden of kon niet goed lezen en schrijven. Op deze manier horen we hoe de gemeente inwoners behandelt en zien we of deelnemers aan het gesprek weten waar ze hulp kunnen krijgen, zonder dat ze direct hun levensverhaal op tafel hoeven te leggen. In de loop van het gesprek stellen we vragen die uitnodigen om ook eigen ervaringen te delen. We zien dat deelnemers aan het onderzoek dat ook doen, omdat ze merken dat hun verhaal ons echt verder helpt in het onderzoek. Door open vragen te stellen en hun ervaringen serieus te nemen nodigen we hen uit om zich open te stellen. Voor dit type gesprekken levert dat de meeste informatie op. Dit is dus een andere aanpak dan interviews met bijvoorbeeld gemeenteambtenaren, waarbij ook kritisch doorvragen van belang is.

Belangrijkste conclusies en aanbevelingen

De gemeente Dordrecht wil armoede tegengaan en zorgen voor bestaanszekerheid voor inwoners. Als deze zekerheid wordt bedreigd, krijgen inwoners van de gemeente op verschillende manieren ondersteuning, zoals hulp bij huisvesting, gezondheidszorg en kansen in onderwijs en werk. De rekenkamer komt tot de conclusie dat Dordrecht in vergelijking met andere gemeenten een ruimhartig armoedebeleid heeft. De gemeente gaf in 2021 enkele honderden euro’s meer dan andere gemeenten uit aan ondersteuning per inwoner in armoede. De gemeente Dordrecht heeft gedegen kennis waarmee het armoede, schulden en bijkomende problemen weet te verminderen. De gemeente doet dit onder meer door bij te dragen aan een armoedenetwerk van maatschappelijke organisaties. Dordrecht loopt voorop in de aanpak van energiearmoede, onder meer met ‘Energiehulpen’, die woningen gratis energiezuiniger maken. Via de Energiehulpen legt de gemeente ook contact met moeilijk bereikbare groepen.

Hoewel er veel goed gaat, raad de rekenkamer Dordrecht het college aan om duidelijke doelen en indicatoren vast te stellen en bij te houden. Bespreek hiervoor met de gemeenteraad wat het belangrijkste aandachtspunt is om armoede te voorkomen en maak daar structureel geld voor vrij. Aangeraden wordt ook om ervoor te zorgen dat meer inwoners gebruik maken van de collectieve zorgverzekering, het persoonlijk minimabudget en de bijzondere bijstand. De rekenkamer beveelt aan om inwoners die moeilijk te bereiken zijn scherper in beeld te brengen en hen te benaderen over de ondersteuningsmogelijkheden die er zijn. Een deel van de inwoners, die herhaaldelijk hulp nodig hebben in de loop der jaren, hebben baat bij een regisseur die hen structureel ondersteunt.

Doorwerking

Op 5 maart 2024 heeft Unravelling de bevindingen uit het rapport gepresenteerd in de beeldvormende sessie van de raadscommissie Gezond, Sociaal en Zorgzaam Dordrecht. De oordeelsvormende sessie volgt voor de zomer van 2024.


Opdrachtgever: Rekenkamer Dordrecht
Onderzoekers: Miriam Dorigo, Rubin ten Broeke en Hannelore Schouwstra.
Oplevering rapport: 5 maart 2024

Vergelijkbaar onderzoek door Unravelling:

Rekenkameronderzoek Armoedebeleid Woerden

Rekenkameronderzoek Armoedebeleid Sint-Michielsgestel