Cases
Coronabeleid Dordrecht | 10 nov 2021
De rekenkamercommissie van Dordrecht besloot in 2020 onderzoek te doen naar de effecten van de coronacrisis voor de gemeente Dordrecht. Met dit onderzoek wilde de rekenkamercommissie Dordrecht inzicht geven in de sturing door de gemeente op de sociaal-economische impact in 2020. Daarnaast wilde de rekenkamercommissie met dit onderzoek inzicht geven in de impact van de coronacrisis op de gemeentefinanciën, de financiële positie van de gemeentelijke organisatie, subsidieontvangers en verbonden partijen in 2020.
Bevindingen
1. Sturing op sociaal-economische en maatschappelijke impact
Uit het onderzoek komt naar voren dat de gemeente in haar aanpak van de coronacrisis oog had voor de korte termijn en voor het herstel op de lange termijn. De gemeente had in haar crisisaanpak echter geen middellangetermijnstrategie. De voornaamste rol van de gemeente was het uitvoeren van Rijksmaatregelen en maatregelen van de veiligheidsregio. Daarin speelde de gemeente een proactieve rol. In vergelijking tot de financiële ondersteuning van het Rijk, was het bereik van de steun door de gemeente klein.
De besluiten en afwegingen die het college en de gemeenteraad in de coronacrisis (2020) hebben genomen waren integraal. Deze besluiten waren erop gericht om de brede impact (sociaal economisch, volksgezondheid, maatschappelijk en financieel) van de coronacrisis op Dordrecht te beperken.
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat de invloed van de gemeenteraad, zeker in de beginperiode van de crisis, beperkt was. Het democratische proces is wel doorgegaan, maar de raad had beperkte mogelijkheden tot bijsturing. Dit kwam ook door de belangrijke rol die de Veiligheidsregio speelde in de crisisbesluitvorming, waardoor de mogelijkheden van de raad beperkt werden. Tot slot is de raad door het college en de burgemeester tijdig en volledig geïnformeerd over de crisis.
2. Financiële effecten
Het onderzoek laat zien dat het college op systematische wijze de financiële gevolgen en mogelijke interventies inventariseerde. Het instellen van een expertisegroep zorgde er bovendien voor dat het college mogelijke maatregelen met een financiële impact integraal kon bekijken.
Bij de aan de gemeente gelieerde partijen die voor dit onderzoek zijn gesproken, zitten de zorgen vooral in de toekomst: het is nog onduidelijk in hoeverre er lange termijngevolgen zullen zijn.
De effecten op de gemeentefinanciën in 2020 zijn beperkt doordat de gemeente Dordrecht compensatie vanuit het Rijk heeft ontvangen, een doordat de gemeente activiteiten door heeft geschoven naar 2021.
Aandachtspunt voor de gemeente en haar financiën zijn het monitoren van de risico’s bij de gemeente en verbonden partijen en (subsidie) partners. Een anders aandachtspunt zijn de risico’s bij de gemeente als het gaat om de verantwoording en rechtmatigheid rondom de rijksmaatregelen (met name de Tozo).
Doorwerking
Op een nog nader te bepalen datum wordt het rapport in de raad/een raadscommissie besproken. In deze vergadering zal de raad besluiten over de conclusies en aanbevelingen.
Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Dordrecht
Onderzoekers: Martijn Mussche, Rubin ten Broeke, Frank Galesloot en Steffie Loenen
Oplevering rapport: oktober 2021
Integraal Veiligheidsplan Meierijstad | 10 sept 2021
Op 5 juli 2018 is het Integraal Veiligheidsplan Meierijstad (IVP) 2019-2022 vastgesteld. Het IVP heeft als doel de veiligheid voor inwoners van Meierijstad te waarborgen. Omdat de gemeente Meierijstad bij de start van het onderzoek ongeveer halverwege de beleidsperiode was, besloot de rekenkamercommissie Meierijstad om het IVP tussentijds te evalueren. In dit onderzoek is ingezoomd op het thema ‘verbinding zorg en veiligheid’. De rekenkamercommissie heeft voor dit thema gekozen omdat hierbij de rol van de gemeente het grootst is.
Hoofdconclusie onderzoek
De gemeente Meierijstad is vooruitstrevend en ambitieus in hetgeen zij wil bereiken op het vlak van integrale veiligheid. Dit blijkt onder meer uit de brede scope van het Integraal Veiligheidsplan Meierijstad (IVP) 2019-2022, dat op vier strategische thema’s een groot aantal activiteiten bevat. Binnen het specifiek onderzochte strategisch thema Verbinding zorg en veiligheid gaat het om 42 activiteiten verdeeld over vier subthema’s. Verder komt uit het onderzoek naar voren dat de gemeente voortvarend optrekt in de samenwerking met partners. De gemeente trekt de regierol naar zich toe en neemt graag het voortouw.
Er is ook een keerzijde aan deze vooruitstrevendheid en ambitie. Het college heeft er niet voor gekozen om doelen in termen van resultaten of beoogde maatschappelijke effecten te formuleren. Ten aanzien van de voorgenomen activiteiten is duidelijk dat het college (en de ambtelijke organisatie) de lat hoog legt. Niet alle activiteiten kunnen door het college worden opgepakt, maar tegelijkertijd worden er (door het college) ook geen duidelijke keuzes gemaakt. Verder kunnen op onderdelen de samenwerkingsafspraken nog wat beter.
Video’s met bevindingen onderzoek
Voor dit onderzoek zijn drie video’s gemaakt waarin de belangrijkste bevindingen van het onderzoek worden uitgelicht. Naast de bevindingen van het onderzoek komen in de video’s ook een aantal belangrijke stakeholders aan het woord: bijvoorbeeld de wijkagent, een wijk-GGD’er, een beleidsmedewerker jeugdbeleid en een jongerenwerker. Benieuwd naar deze video’s? Bekijk ze hieronder!
Doorwerking
Het college van Meierijstad heeft in haar bestuurlijke reactie op het onderzoeksrapport aangegeven de algemene conclusie van het onderzoek te onderschrijven. Ook neemt zij de deelconclusies en aanbevelingen ter harte. In een van de aanbevelingen kon zij zich niet vinden.
Gedurende een beeldvormende avond met de raad op 9 september 2021 zijn de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek besproken met de raad. Ook is de eerste van de bovenstaande video’s getoond.
Meerdere raadsleden gaven tijdens de beeldvormende avond aan de video’s te waarderen. Ook waren ze zeer benieuwd of de inwoners van Meierijstad deze zouden bekijken. Uit de opmerkingen en vragen van de raad bleek dat de raad zich kon vinden in de conclusies van de rekenkamercommissie. In de komende oordeelsvormende vergadering besluit de raad of hij de aanbevelingen overneemt en het college opdraagt deze uit te voeren.
Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Meierijstad
Onderzoekers: Martijn Mussche, Shauni Drost en Collin Hoogeveen (Bureau Alpha)
Oplevering rapport: September 2021
Evenementenbeleid Apeldoorn | 15 juli 2021
De rekenkamercommissie van Apeldoorn besloot in 2020 onderzoek te doen naar het gemeentelijk evenementenbeleid. Jaarlijks heeft de gemeente Apeldoorn zo’n 550 evenementen. Met het onderzoek wilde de rekenkamercommissie graag inzicht in de baten en kosten van deze evenementen en in hoeverre het evenementenbeleid robuust is.
Bevindingen
De gemeente Apeldoorn heeft vier categorieën evenementen: publieksevenementen, topevenementen, topsportevenementen en culturele evenementen. Met een uitgewerkt evenementenbeleid heeft de gemeente Apeldoorn een heldere basis gelegd, maar het beleid is toe aan vernieuwing. Dit komt onder andere doordat er sinds de vaststelling divergentie is ontstaan tussen de uitvoeringspraktijk en het beleid op schrift. De organisatie en uitvoering van de evenementen binnen de ambtelijke organisatie is verspreid over diverse afdelingen. Er is sprake van afstemming, maar de rol van de ondersteunende organisatie Apeldoorn Marketing bij topsportevenementen en topevenementen is onduidelijk.
Evenementenorganisatoren van publieksevenementen zijn tevreden over het subsidietraject, maar voor topevenementen, topsportevenementen en culturele evenementen is er geen geformaliseerd subsidiebeleid, noch een afwegingskader . Ook lopen de subsidies voor vier categorieën evenementen via verschillende budgetten en verschillende trajecten waardoor een integrale afweging van alle evenementen niet mogelijk is.
Daarnaast zijn de ambities van het college toegenomen. Hierdoor is gaandeweg een disbalans ontstaan tussen de ambities van de gemeente Apeldoorn en het evenementenbudget. Het totale evenementenbudget is niet voldoende om alle ambities te bereiken.
Het vergunningenbeleid is over het algemeen goed in orde, maar vraagt op punten om doorontwikkeling, met name om het belang van omwonenden nog beter te borgen. Uit dit onderzoek blijkt dat het merendeel van de inwoners en ondernemers meer baten dan kosten van de evenementen ervaart. Maar de mate waarin evenementen en de uitvoeringspraktijk van het evenementenbeleid bijdragen aan de strategische doelen van de gemeente is lastig in kaart te brengen, omdat de doelen niet zijn geoperationaliseerd en niet SMART zijn geformuleerd. Daardoor kan de gemeente evenementen ook lastig sturen in de richting van de gewenste bijdrage aan de stad.
Een bijzonder element in dit onderzoek vormde een online enquête onder inwoners en ondernemers.
De rekenkamercommissie heeft naar aanleiding van deze conclusies aanbevelingen aan college en raad geformuleerd.
Doorwerking
Op 15 juli 2021 besprak de raad het rapport van de rekenkamercommissie en de bijbehorende bestuurlijke reactie in de Politieke Markt. In de raadsvergadering van september zal de raad besluiten over de conclusies en aanbevelingen.
Opdrachtgever: Rekenkamer Apeldoorn
Onderzoekers: Martijn Mussche, Miriam Dorigo, Steffie Loenen en Douwe Hoitinga
Oplevering rapport: juni 2021
Besluitvorming Huis van Eemnes | 28 juni 2021
De Rekenkamer van Blaricum, Eemnes en Laren (BEL) besloot in 2020 onderzoek te doen naar de besluitvorming rondom het Huis van Eemnes; een multifunctioneel gemeenschapshuis waarin de bibliotheek, sport, cultuur en horeca van Eemnes zijn samengebracht.
Bevindingen
De hoofdconclusie van de Rekenkamer BEL is dat het besluitvormingsproces rond het Huis van Eemnes tot aan de gemeenteraadsverkiezingen naar behoren is verlopen. Dat houdt in dat het college de raad in de voorbereidende fase de mogelijkheid gaf om op basis van scenario’s en keuzemogelijkheden kaders te stellen en tussentijds te controleren en bij te sturen. De informatievoorziening richting de raad over het investeringsbedrag en de Total Cost of Ownership (TCO) had beter gekund.
Het besluitvormingstraject kwam rond de gemeenteraadsverkiezingen in gevaar doordat raad en college ervoor kozen een enquête onder inwoners uit te zetten, waarvan de uitkomst bindend verklaard werd en mogelijk had kunnen leiden tot het terugdraaien van meerdere eerder genomen besluiten. Daarmee nam het gemeentebestuur het risico dat inwoners, stichting Huis van Eemnes, de bibliotheek en de gecontracteerde aannemer hadden kunnen betogen dat de gemeente niet handelde volgens algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het vertrouwensbeginsel en het rechtzekerheidsbeginsel.
Ten slotte zitten er belangrijke aandachtspunten – ook ten tijde van afronding van het onderzoek – in het maken van afspraken met de stichting en de bibliotheek over beheer, exploitatie en subsidies.
Doorwerking
Op 14 juni 2021 besprak de commissie BSM (Bestuur, Samenleving en Middelen) Het rapport van de Rekenkamer en de bijbehorende bestuurlijke reactie. In de raadsvergadering van 28 juni 2021 besloot de raad de aanbevelingen voor het college ter kennisgeving aan te nemen en de aanbevelingen voor de raad en het college over te nemen.
Opdrachtgever: Rekenkamer Blaricum, Eemnes, Laren
Onderzoekers: Martijn Mussche, Steffie Loenen en Douwe Hoitinga
Oplevering rapport: maart 2021
Grip op gemeentefinanciën Neder-Betuwe | 22 april 2021
De rekenkamercommissie van Neder-Betuwe besloot in 2020 onderzoek te doen naar de grip op de gemeentefinanciën. De hoofdvraag was: Op welke momenten wordt de gemeenteraad van Neder-Betuwe geïnformeerd om inzichtelijk te hebben of zij, met het oog op hun kaderstellende en controlerende rol, bij vaststelling van structureel beleid beslist over incidentele of structurele middelen en in hoeverre is deze informatievoorziening adequaat en rechtmatig?
Bevindingen
Dit onderzoek leidt tot een positief beeld over de sturing op gemeentelijke financiën in de gemeente Neder-Betuwe. Enkele aanpassingen kunnen zorgen voor een verdere verbetering. Het college informeert de raad van Neder-Betuwe via de P&C-documenten over structurele en incidentele baten en lasten. Deze documenten maken inzichtelijk welke baten en lasten structureel dan wel incidenteel zijn. Er zijn nog enkele verbeteringen mogelijk in de weergave van incidentele baten en lasten op basis van de stellige uitspraken en aanbevelingen van de Commissie BBV. Daarnaast zijn er enkele aandachtspunten om de informatievoorziening te verbeteren zoals de tijdigheid van P&C-documenten en van mee- en tegenvallers, beleidsinhoudelijke verantwoording en het gebruik van P&C-documenten om investeringskredieten aan te vragen.
Doorwerking
Het college gaf in de bestuurlijke reactie aan goed uit de voeten te kunnen met de aanbevelingen. Het college onderschreef ook de meeste bevindingen, maar herkende zich niet in de bevinding dat de raad niet tijdig was geïnformeerd over een tegenvaller in het sociaal domein. Op 8 april 2021 is het rapport toegelicht en besproken in de beeldvormende vergadering. De raadsleden konden zich goed vinden in de conclusies en op 22 april 2021 besloot de raad uitvoering te geven aan de aanbevelingen voor de raad en tevens het college opdracht te geven de aanbevelingen voor het college uit te voeren. De rekenkamercommissie verzocht de agendacommissie afspraken te maken over de monitoring van de uitvoering van de aanbevelingen voor de raad. Verder werd het presidium verzocht om afspraken te maken over de monitoring van de aanbevelingen voor het college.
Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Neder-Betuwe
Onderzoekers: Martijn Mussche, Steffie Loenen en Frank Galesloot (Galesloot Onderzoek en advies)
Oplevering rapport: april 2021
Armoedebeleid Sint-Michielsgestel | 19 nov 2020
De rekenkamercommissie van Sint-Michielsgestel besloot in 2019 onderzoek te doen naar het armoedebeleid. De hoofdvraag was: Op welke wijze geeft de gemeente Sint-Michielsgestel uitvoering aan het armoedebeleid en wat zijn hierbij de gevolgen van de Participatiewet?
Bevindingen
Sint-Michielsgestel is een relatief welvarende gemeente. Echter is er ook in Sint-Michielsgestel sprake van armoede. Ongeveer 1.000 inwoners van Sint-Michielsgestel leven in armoede. Sint-Michielsgestel heeft een actueel beleidskader en een uitgebreide set aan gemeentelijke minimavoorzieningen. Ook is er een netwerk van niet-gemeentelijke voorzieningen van orgaanbieders en diverse (vrijwilligers)organisaties. Vanuit het netwerk is er behoefte aan een actieve regierol vanuit de gemeente.
Het huidige beleid leunt nog op de gedachte van eigen initiatief en zelfredzaamheid. In de praktijk belemmert de psychische belasting van armoede de zelfredzaamheid van mensen. Armoede zorgt ook voor schaamte. Een integrale en proactieve benadering van doelgroep is daarom van belang. Hierbij is het belangrijk extra aandacht te schenken aan risicogroepen. In 2018 en 2019 was de gemeentelijke capaciteit te beperkt om volledig invulling te geven aan het armoedebeleid. Ten slotte zijn zowel de gemeente als de betrokken netwerkpartners zich ervan bewust dat de doelgroep nog niet volledig wordt bereikt. De gemeente stuurt hiervoor nog niet op het verbeteren van de informatievoorziening.
Doorwerking
Het college heeft in een bestuurlijke reactie laten weten de conclusies te onderschrijven en de aanbevelingen ter harte te nemen.
Op 12 november 2020 is het rapport toegelicht en besproken. De raad besloot de conclusies en aanbevelingen uit het rapport over te nemen en verzocht het college van B&W om over een jaar te rapporteren over de stand van zaken van de aanbevelingen.
Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Sint-Michielsgestel
Onderzoekers: Martijn Mussche en Douwe Hoitinga
Oplevering rapport: november 2020
Markt en Kerkplein Hattem | 7 sept 2020
De gemeente Hattem had in 2014 de ambitie om een samenhangende stadsruimte te creëren door het samenvoegen en herinrichten van verschillende ruimtes. Als gevolg daarvan zijn in de jaren daarna het Markt- en Kerkplein heringericht. De rekenkamercommissie van Hattem besloot in 2019 onderzoek te doen naar de bestuurlijke en ambtelijke besluitvorming rondom deze herinrichting. De hoofdvraag was als volgt geformuleerd: In hoeverre is het proces van kaderstelling, (bestuurlijke en ambtelijke) aansturing, beheersing, toezicht en verantwoording bij het project herinrichting Markt en Kerkplein doelmatig en doeltreffend geweest en hoe is dit geborgd in de aanpak van grote projecten in Hattem?
Bevindingen
Op hoofdlijnen is het proces van planvorming tot realisatie van het Kerkplein goed verlopen en toont het onderzoek geen grote fouten of onrechtmatigheden aan. De gemeente had veel aandacht voor een interactieve aanpak om samen met de Hattemse bevolking het nieuwe stadsbeeld vorm te geven. Positieve bevindingen waren dat de gemeente bij het tweede project de lessen uit het voorgaande traject heeft geïmplementeerd. Daarnaast wijzigde de raad binnen zijn bevoegdheid de eerste kaderstelling en verschoof daarmee de focus van esthetiek naar comfort en duurzaamheid. Natuurlijk zijn er ook enkele verbeterpunten geconstateerd. Ten eerste kent de gemeente Hattem geen formele definiëring voor (grote) projecten, al werd het project Markt en Kerkplein intern wel degelijk beschouwd als een groot project. Een formele definitie voor grote projecten – bijvoorbeeld op basis van tijd, geld & kwaliteit – kan houvast bieden in de besluitvorming en helpt in de voorfase van het project bij (het nadenken over) de afbakening en risicobeheersing. Daarnaast had de gemeente onvoldoende aandacht voor de risico’s omtrent de gewenste kwaliteit van het eindproduct. Ook heeft de gemeente onvoldoende afgewogen in hoeverre de verschillende ambities onderling verenigbaar waren. Ten slotte was er geen duidelijke proceseigenaar en integraal eindverantwoordelijke tijdens het proces.
Doorwerking
Het college heeft in een bestuurlijke reactie laten weten de conclusies gedeeltelijk te onderschrijven en de aanbevelingen deels ter harte te nemen.
Op 7 september 2020 is het rapport toegelicht en besproken in de commissie Algemene en Ruimtelijke Zaken. In deze raadscommissie is besloten het rekenkamerrapport voor kennisgeving aan te nemen. Het is daarna niet geagendeerd voor behandeling in de raadsvergadering.
Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Hattem
Onderzoekers: Martijn Mussche en Douwe Hoitinga
Oplevering rapport: juni 2020
Besluitvorming Hart van Laren | 27 mei 2020
De Rekenkamer van Blaricum, Eemnes en Laren (BEL) besloot in 2018 onderzoek te doen naar de besluitvorming en de informatiepositie van de raad rondom het beheer en exploitatie van Hart van Laren; een door de gemeente in het leven geroepen beheerstichting om een aantal gemeenschapsaccomodaties te beheren.
Bevindingen
Hart van Laren is een samenwerking tussen de gemeente, de Parochie en de Bibliotheek om cultuur- en welzijnsorganisaties een plek te bieden in de gebouwen Brinkhuis en Schering & Inslag onder beheer van één stichting. In 2009 stelde de raad de visiedocumenten voor het project Hart van Laren vast, een huisvestingsplan en het beschikbare krediet van €1,7 mln. voor exploitatie in de komende 20 jaar. Hierna gingen de betrokken partijen aan de slag met de invulling van deze contouren en werd in 2012 de beheerstichting Hart van Laren in het leven geroepen. In de daaropvolgende jaren werd duidelijk dat de exploitatieresultaten achterbleven bij de verwachting en dat het krediet ontoereikend was voor het beheren van de gebouwen voor de komende 20 jaar. Discussies en onduidelijke afspraken tussen de beheerstichting, de gemeente en de Parochie – over onder meer de demarcatie van taken en verantwoordelijkheden – waren hierin complicerende factoren.
Op basis van het onderzoek formuleerde de Rekenkamer conclusies en aanbevelingen aan zowel de raad als het college. Deze gingen onder andere over het verduidelijken dan wel afronden van de benodigde overeenkomsten, zoals het subsidieproces en afspraken omtrent de exploitatie. Tevens raadt de Rekenkamer aan om een open debat te voeren over de kosten van Hart van Laren en de gemeentelijke bijdrage in de toekomst, want het verleden leert dat gemeenschapsaccomodaties zelden zonder een gemeentelijke bijdrage kunnen.
Doorwerking
Op 20 mei 2020 besprak de commissie Maatschappij & Financiën het rapport van de Rekenkamer en de bijbehorende bestuurlijke reactie. In de raadsvergadering van 27 mei 2020 gaf de portefeuillehouder aan dat het subsidieproces in beginsel stond, maar nog wel verder ingeregeld moest worden. Ook zegde ze toe met de raad in gesprek te gaan over een nieuwe visie voor Hart van Laren. De raad van Laren nam alle aanbevelingen van de Rekenkamer over.
Opdrachtgever: Rekenkamer Blaricum, Eemnes en Laren
Onderzoekers: Martijn Mussche en Douwe Hoitinga
Oplevering rapport: oktober 2019
Subsidiebeleid IJsselstein| 28 nov 2019
De rekenkamercommissie van de gemeente IJsselstein besloot om begin 2019 een onderzoek uit te voeren naar het subsidiebeleid. De hoofdvraag was als volgt: “In hoeverre draagt het subsidiebeleid van gemeente IJsselstein bij aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelstellingen en welke mogelijkheden zijn er om de (financiële) sturing en controle te verbeteren?”
Lees meerKerngericht werken Steenbergen | 22 nov 2019
Begin 2018 stelde de gemeenteraad van Steenbergen het ‘plan van aanpak kerngericht werken en overheidsparticipatie’ vast. Met dit rekenkameronderzoek wil de rekenkamercommissie kijken hoe de plannen tot nog toe uit de verf zijn gekomen en in hoeverre het nieuwe participatiebeleid bijdraagt aan de bijbehorende beleidsdoelen.
Lees meer