Berichten getagd ‘Woonbeleid’

Huisvesting van statushouders | 23 november 2022

De huisvesting van statushouders is een actueel thema waarin gemeenten een belangrijke rol spelen. Gemeenten hebben als taak van het Rijk om statushouders te huisvesten. Dat blijkt vanwege het landelijke woningkort lastig. Wat houdt deze taakstelling in, en wat zijn de resultaten voor wat betreft de huisvesting van statushouders door gemeenten? En wat is de rol van gemeenteraden, en is dit een onderwerp voor rekenkameronderzoek?

 In deze blog van collega Rubin lees je er meer over.

Overzicht woonunits asielcomplex Ter Apel. Bron afbeelding: www.flickr.com

Huisvesting van statushouders

De opvang van asielzoekers is overbelast. In de opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) zitten veel mensen die na een screening door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een verblijfsvergunning hebben gekregen, de zogeheten statushouders. In november 2022 gaat het om ongeveer 17.300 statushouders.

Het is van belang dat deze statushouders zo snel mogelijk doorstromen naar een woning en deel gaan uitmaken van de Nederlandse samenleving. Niet alleen omdat statushouders het recht op een woning hebben en om de integratie van statushouders te bevorderen, maar ook omdat de opvangplekken hard nodig zijn voor asielzoekers die (nog) geen verblijfsvergunning hebben gekregen. De opvangcapaciteit van de COA-opvanglocaties staat namelijk onder grote druk: denk bijvoorbeeld aan de tientallen asielzoekers die de afgelopen maanden op stoelen in de wachtruimte van het opvanglocatie in Ter Apel moesten slapen.

Het lange wachten op een woning heeft een grote impact op statushouders. Doordat statushouders lange tijd in de vaak overvolle opvanglocaties verblijven, lopen zij -net als andere vluchtelingen- risico’s op fysieke en geestelijke schade door de slechte omstandigheden op de locaties. Statushouders kunnen kort gezegd niet met hun leven in Nederland beginnen, ondanks dat zij door de IND zijn gescreend en het recht hebben op een woning.

Resultaatsverplichting gemeenten

Gemeenten hebben vanuit de Huisvestingswet 2014, artikel 28 de resultaatsverplichting om statushouders passende woonruimte aan te bieden. Het artikel luidt: ‘Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de voorziening in de huisvesting van vergunninghouders in de gemeente overeenkomstig de voor de gemeente geldende taakstelling.’ Het is daarmee een wettelijk vastgelegde verantwoordelijkheid van gemeenten om voldoende statushouders te huisvesten.

Daarbij is de halfjaarlijkse taakstelling die het Rijk de gemeenten oplegt voor de huisvesting van maatgevend. Concreet heeft het Rijk gemeenten (en provincies) gevraagd om in de eerste helft van 2022 minstens 10.000 statushouders van huisvesting te voorzien, en in tweede helft van 2022 minstens 13.500 statushouders.

Realiseren van de taakstelling

In de eerste helft van 2022 hebben gemeenten de huisvesting voor ongeveer 11.900 statushouders gerealiseerd. Echter, nog steeds had iets meer dan de helft van alle gemeenten (54%) – 187 gemeenten – een achterstand uit voorgaande periodes. Er was op 1 juli 2022 een achterstand van 1.833 statushouders.

De voorlopige resultaten van gemeenten in de tweede helft van 2022 laten zien dat gemeenten ongeveer 7.700 statushouders hebben gehuisvest in de maanden augustus, september en oktober 2022. Dat wil zeggen dat gemeenten -gemiddeld genomen- op koers liggen om 13.500 statushouders te huisvesten in de tweede helft van 2022. Ook hier de kanttekening dat gemeenten nog steeds te maken hebben met achterstanden uit voorgaande periodes.

Huisvesting statushouders: een onderwerp voor rekenkameronderzoek?

Gemeenteraden dienen toe te zien op de uitvoering van de taakstelling door het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad kan vanwege deze controlerende taak worden gezien als een eerste toezichthouder op de realisatie van de huisvesting van statushouders. De actualiteit van het onderwerp en de belangrijke rol die gemeenteraden hierin spelen (of zou moeten spelen), waren reden voor Unravelling om hier een rekenkameronderzoek naar uit te willen voeren. We waren benieuwd naar de rol die de gemeenteraden in gemeenten speelden, en naar mogelijke knelpunten en verbeterpunten.

Om de interesse voor het uitvoeren van dit onderzoek onder rekenkamercommissies te peilen, benaderden we de rekenkamercommissies in Gelderland en Overijssel met een onderzoeksvoorstel. Dit heeft -ondanks dat meerdere rekenkamercommissies het onderwerp interessant en relevant vonden- om meerdere redenen niet geleid tot een concreet uit te voeren rekenkameronderzoek. Genoemde redenen waren bijvoorbeeld dat het onderwerp politiek (te) gevoelig ligt of dat de betreffende gemeente al goed bezig was met het realiseren van huisvesting voor statushouders. Ook hadden enkele rekenkamercommissies al (deels) onderzoek gedaan naar de huisvesting van statushouders, bijvoorbeeld in een onderzoek naar het woonbeleid. Wel zijn er een aantal bevindingen uit ons vooronderzoek gekomen die we hieronder bespreken.

Bevindingen uit vooronderzoek

Een eerste bevinding die volgt uit onze analyse van het realiseren van de taakstelling door gemeenten, is dat de cijfers laten zien dat gemeenten (los van de eerder opgelopen achterstanden) gemiddeld genomen op koers liggen om de taakstelling van eind 2022 te behalen. De verschillen tussen gemeenten zijn aanzienlijk, waarbij sommige gemeenten voorlopen in de realisatie van de taakstelling en andere fors achterblijven.

Een tweede bevinding is dat uit de gesprekken die we hebben gevoerd met rekenkamercommissies het signaal naar voren komt dat gemeenteraden in de praktijk een beperkte sturende rol hebben voor wat betreft het realiseren van de taakstellingen. Een rekenkamercommissie zei bijvoorbeeld over de rol van de gemeenteraad bij het (realiseren van) de taakstellingen: ‘Naar onze mening heeft de gemeentepolitiek wel toezicht, maar heel weinig sturing hierop’.

Een derde bevinding is dat slechts enkele rekenkamers onderzoek hebben gedaan naar dit onderwerp. En in rekenkameronderzoeken naar woonbeleid krijgt de huisvesting van statushouders weinig of geen aandacht.

Tot slot

Door de toenemende instroom van asielzoekers in 2022 en 2023 is het van groot belang dat de uitstroom asielzoekers uit COA-locaties op peil blijft. De taakstelling voor de eerste helft van 2023 wordt dan ook fors hoger: het Rijk verwacht dan van gemeenten dat zij 21.200 statushouders huisvesten, het hoogste aantal sinds 2014. Het blijft daarom een onderwerp waar gemeenten een actieve rol in spelen. Het verdient aanbeveling dat ook gemeenteraden een actieve rol spelen als controleur, en erop toezien dat colleges zich voldoende inzetten om statushouders te (blijven) huisvesten.


Deze blog is geschreven door Rubin ten Broeke. Meer weten over de huisvesting van statushouders en het realiseren van de taakstelling? Neem dan contact op met hem of met Martijn Mussche.

Doeltreffendheid woonbeleid Sluis | 13 juli 2022

Toen de rekenkamercommissie Sluis de vraag uitzette naar mogelijke onderzoeksonderwerpen, was het woonbeleid van de gemeente een veelgehoord antwoord. Vandaar ook dat de commissie dit beleid heeft geselecteerd als onderwerp voor het rekenkameronderzoek dat Unravelling in opdracht van de commissie heeft uitgevoerd. Met het onderzoek wilde de rekenkamercommissie Sluis inzichtelijk maken hoe het gesteld was met de uitvoering van het woonbeleid ‘Krachtig Verbonden’ en welke mogelijkheden de gemeente had om de doeltreffendheid hiervan te vergroten.

De centrale onderzoeksvraag luidde als volgt:

Hoe doeltreffend is het gemeentelijke woonbeleid, zijn de randvoorwaarden aanwezig om de beleidsdoelen te behalen en vervult de gemeenteraad hierin zijn kaderstellende en controlerende rol?

Het onderzoek richtte zich niet op de vraag of het gevoerde beleid inhoudelijk het juiste is geweest, maar op de vraag of het beleid de juiste effecten heeft gehad, gebaseerd op de geformuleerde doelstellingen en ambities.

Bron afbeelding: https://www.freepik.com

Bevindingen en conclusies

De gemeente Sluis heeft te maken met een veranderde bevolkingssamenstelling en dit vraagt om specifiek beleid. Er is in de gemeente sprake van vergrijzing en ontgroening. Daarnaast neemt het aantal inwoners en huishoudens af.

Uit het onderzoek is gebleken dat het college en de raad er onvoldoende in slagen om in te spelen op de veranderende bevolkingssamenstelling. De woningvoorraad is namelijk niet genoeg afgestemd op de ontwikkelingen en de veranderde woningbehoefte in de gemeente. Er is een overschot aan goedkope verouderde woningen en juist een tekort aan woningen die specifiek geschikt zijn voor (zorgbehoevende) ouderen. Er zijn dus voldoende woningen voor het aantal inwoners, maar deze sluiten kwalitatief niet aan bij de wensen van de inwoners.

Een bemoeilijkende factor is dat de raad, het college en de provincie een andere visie op de bevolkingsontwikkeling hebben. De raad wil meer nieuwbouw om krimp tegen te gaan, terwijl het college het bouwen van meer huizen niet als de oplossing voor het vraagstuk ziet. Er zijn meerdere factoren, waaronder de ligging, waarop Sluis niet goed scoort. De provincie is ook terughoudend in nieuw beleid en zet meer in op de verhoging van de kwaliteit van de woningvoorraad.                        

De discussie over krimp werkt belemmerend in de vorming van een breed gedragen ambitie binnen de raad: het kost tijd en energie en overschaduwt daarmee de kernproblemen rond de woningmarkt in Sluis. Feit is dat de behoefte aan woningen in Sluis kleiner was, dan het aantal woningen waarvan de bouw al gepland was. Daarnaast bestond er geen bewijs dat woningbouw leidt tot bevolkingsgroei.

Aanbevelingen

Op basis van de bovenstaande bevindingen is de rekenkamercommissie Sluis tot de volgende aanbevelingen gekomen:

1. Voer als raad de discussie op basis van feiten en op onderzoek gebaseerde verwachtingen en formuleer op basis daarvan de ambitie. Het is niet productief om de uitkomsten uit onderzoeken ter discussie te stellen. Het is dan ook nuttig de huidige bevolkingsgroeicijfers als gegeven te beschouwen, rekening te houden met de randvoorwaarden van de provincie en van daaruit te bezien wat er mogelijk en nodig is op de woningmarkt van Sluis.

2. Concretiseer de doelstellingen in Krachtig Verbonden in een volgende slag. Zorg dat precies duidelijk is wat de gemeente wil bereiken voor welke doelgroepen. Wanneer de raad daarover consensus bereikt, is de discussie over de instrumenten en te brengen offers ook makkelijker te voeren. Houdt bij de formulering van doelstellingen rekening met monitoring en evaluatie.

3. Betrek zowel marktpartijen als inwoners bij de ontwikkeling en uitvoering van het woonbeleid. Het is raadzaam hen daarbij te betrekken en gebruik te maken van hun kennis, (praktijk)ervaring en creativiteit. Dit is ook van belang met het oog op draagvlak.

4. Versterk de ingezette positieve dynamiek door in te zetten op een of andere kleinschalige creatieve oplossingen voor specifieke doelgroepen. Betrek daarbij in ieder geval de provincie en andere relevante partijen.

Doorwerking

In de raadsvergadering op 28 april 2022 nam de raad een amendement aan, waarmee de raad ervoor koos enkel kennis te nemen van het rekenkamerrapport. De aanbevelingen werden dus niet overgenomen. De hoofdreden daarvoor was dat de eerste aanbeveling niet aansloot bij het coalitieakkoord. Het kwam er daarmee op neer dat, in tegenstelling tot wat er in het rekenkamerrapport werd aangeraden, ‘krimp’ en ‘bevolkingsgroeicijfers’ nog steeds zaken zijn die in de raad ter discussie staan.


Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Sluis
Onderzoekers: Martijn Mussche en Steffie Loenen
Oplevering rapport: 14 februari 2022