Berichten door Martijn Mussche
De BRES Cultuurscan | 10 januari 2025
De BRES Cultuurscan van Unravelling Onderzoek & Advies is een krachtig instrument om de sterktes en kwetsbaarheden binnen de organisatiecultuur bloot te leggen. Het is een volledig op maat gemaakt onderzoeksproces dat organisaties helpt om barrières te doorbreken en een veerkrachtige, samenhangende werkcultuur te creëren. De BRES Cultuurscan heeft een signalerende en preventieve werking. Het helpt bij het herkennen en verbeteren van de structurele, relationele en gedragsmatige aspecten die grensoverschrijdend gedrag kunnen bevorderen. Door te focussen op veiligheid, vertrouwen en een gezonde leiderschapsstijl kan een organisatie haar werkcultuur verbeteren en een omgeving creëren waarin grensoverschrijdend gedrag minder kans krijgt om te ontstaan of te escaleren.
Wat betekent ‘BRES’?
De term bres verwijst naar een opening, breuk of doorbraak in een vestingmuur. Het symboliseert een kwetsbaarheid of een kans. De BRES Cultuurscan helpt organisaties om:
- breuken in de organisatiecultuur te identificeren. Of het nu gaat om een gebrek aan vertrouwen, onduidelijke communicatie of verborgen spanningen, de scan brengt problemen in kaart;
- opening te creëren voor herstel en groei. De scan faciliteert bewustwording en een open dialoog, waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe inzichten en verbinding;
- doorbraken te realiseren. Door gericht te werken aan de oorzaken van cultuurproblemen biedt de scan strategieën om barrières te overwinnen en een sterker fundament te bouwen.
BRES staat ook voor datgene dat het onderzoekproces moet opleveren:
B – Bewustzijn: Het identificeren van onzichtbare spanningen en patronen binnen de organisatiecultuur.
R – Reflectie: Het analyseren van hoe deze patronen de samenwerking en prestaties beïnvloeden.
E – Exploratie: Het gezamenlijk onderzoeken van mogelijke oplossingen en verbeterpunten.
S – Strategie: Het ontwikkelen van concrete en haalbare stappen voor een duurzame cultuurverandering.
Waar richt de scan zich specifiek op?
De BRES Cultuurscan onderzoekt hoe medewerkers de normen, waarden, gedragingen en onderlinge relaties binnen de werkcontext ervaren. De scan richt zich op de volgende aspecten:
- Vertrouwen en veiligheid – Vertrouwen en veiligheid vormen de basis van elke gezonde werkcultuur. Zonder een gevoel van veiligheid durven medewerkers zich niet open te stellen, problemen aan te kaarten of eerlijk hun mening te geven. Dit beïnvloedt vrijwel alle andere elementen van de werkcultuur. Is er een gevoel van vertrouwen tussen collega’s en management, en voelen medewerkers zich veilig om problemen of misstanden te bespreken?
- Leiderschap – De manier waarop leidinggevenden het vertrouwen en de veiligheid binnen het team ondersteunen, is bepalend voor de hele organisatiecultuur. Leiderschap bepaalt vaak welke normen en waarden worden ondersteund en geeft richting aan de cultuur. Wordt er leiding gegeven op een ondersteunende, coachende manier of is het management juist controlerend?
- Samenwerking, onderlinge relaties en communicatie – Onderlinge relaties vormen de kern van een werkomgeving, en zonder samenwerking kan de cultuur ongezond worden, met een toename van conflicten of competitieve dynamiek. Respectvolle en vriendelijke communicatie vormt de basis voor vertrouwen en samenwerking. Zijn er sterke, ondersteunende relaties of juist conflicten en onderlinge competitie?
- Waardering en erkenning – Waardering en erkenning zijn sterk verbonden aan hoe veilig en gesteund medewerkers zich voelen en hoe goed ze kunnen samenwerken. In een omgeving waar mensen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen, is de kans kleiner dat grensoverschrijdend gedrag ontstaat, omdat iedereen zich meer betrokken en erkend voelt. Voelen medewerkers zich gewaardeerd en erkend voor hun werk?
- Werkdruk en welzijn – Hoge werkdruk en stress kunnen de kans op ongewenst gedrag vergroten, zowel door medewerkers als door leidinggevenden. Ervaren medewerkers de werkdruk als gezond en hoe gaan ze om de werk-privébalans?
Hoe ziet het er in de praktijk uit?
De BRES Cultuurscan start met een voorgesprek met de opdrachtgever om de precieze onderzoeksopzet te bepalen. De scan is een mixed method-onderzoek bestaande uit (in ieder geval) een enquête en diepte-interviews met een select aantal personen in de organisatie. We maken een sociale netwerkanalyse op basis van interviews en de enquête. Daarbij analyseren we de relaties tussen de diverse personen en zo mogelijk ook de ontwikkelingen in die relaties. Dit draagt bij aan het inzicht in de relaties en de samenwerkingen, hoe hecht deze zijn en of deze eventuele spanningen behelzen. De scan resulteert in een rapport voor de opdrachtgever en een presentatie van de bevindingen, conclusies en aanbevelingen aan de organisatie.
Waarom hiervoor Unravelling inschakelen?
Als onafhankelijk onderzoeksbureau waarborgt Unravelling objectiviteit. Dit is van groot belang bij werkcultuuronderzoeken, waar interne percepties en belangen gevoelig kunnen zijn. Door onze ervaring met overheidsorganisaties, zorginstellingen, sportbonden en andere grote organisaties begrijpt Unravelling de dynamiek van complexe organisatiestructuren en hoe deze de werkcultuur beïnvloeden. Naast het signaleren van problemen kan Unravelling organisaties helpen bij het identificeren van preventieve maatregelen om toekomstige risico’s te minimaliseren, zoals het voorkomen van conflicten of een toename in verzuim.
Een cultuur van verbinding en veerkracht
De BRES Cultuurscan is meer dan een analyse; het is een routekaart naar een gezondere, sterkere en effectievere organisatiecultuur. Unravelling Onderzoek & Advies helpt uw organisatie niet alleen de bres te dichten, maar ook een doorbraak te realiseren voor blijvende verandering en succes.
Klaar voor de doorbraak? Neem contact op en ontdek hoe de BRES Cultuurscan uw organisatie kan transformeren.
Integratie statushouders Bronckhorst | 13 maart 2024
Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet inburgering 2021 per 1 januari 2022 is het inburgeringsstelsel in Nederland erg veranderd. Het doel van de wet is om nieuwkomers snel en volwaardig te laten meedoen in de maatschappij. De regie op inburgering ligt in het nieuwe stelsel bij gemeenten. De gemeente dient statushouders zo snel mogelijk in staat te stellen om mee te kunnen doen in Nederland. Daarbij hoort ook dat de gemeente statushouders huisvest en hen zo snel mogelijk een plaats geeft in het arbeidsproces. Deze nieuwe taak en verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat de gemeente voor belangrijke keuzes staat in de uitvoering, rekening houdend met de statushouder en lokale omstandigheden. In opdracht van de rekenkamer van Bronckhorst onderzocht Unravelling hoe dit in deze gemeente geregeld is.
De centrale onderzoeksvraag was als volgt:
Welk beleid heeft de gemeente Bronckhorst voor de opvang en integratie van statushouders en wordt dit beleid doeltreffend en doelmatig uitgevoerd?
Om tot een antwoord op deze onderzoeksvraag te komen deed Unravelling een documentstudie en interviews met uitvoerende organisaties, ambtelijk en bestuurlijk betrokkenen en met inburgerende statushouders.

Conclusies
De hoofdconclusie is dat de opvang en integratie van statushouders in Bronckhorst over het algemeen goed verloopt. Zo voldoet de gemeente vanaf 2022 aan de halfjaarlijkse taakstelling. De gemeente hanteert een persoonlijke aanpak en kent alle statushouders. De gesproken externe organisaties en statushouders zijn tevreden over de aanpak van de gemeente voor inburgering. Het ontbreekt echter aan een specifiek beleid en bijbehorende doelstellingen. Ook ontbreekt actueel inzicht in de kosten voor inburgering. Daardoor zijn de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid niet vast te stellen.
Aanbevelingen
Op basis van de conclusies kwam de rekenkamer tot de volgende aanbevelingen aan het college en aan de raad (samengevat):
- Formuleer concrete doelstellingen ten aanzien van de inburgering van statushouders. Deze doelstellingen kunnen ook breder zijn dan de plichten die de wet stelt (bijvoorbeeld ten aanzien van welzijn van jeugd en leerplicht).
- Pak de in het rapport genoemde knelpunten aan en neem daarin ook de leerplicht van kinderen van statushouders mee.
- Verbeter het monitoringsproces door eerst met de raad afspraken te maken over de gegevens waar hij graag inzicht in wil, en deze vervolgens vast onderdeel te maken van de P&C-cyclus.
- Breng de raad tijdig en volledig op de hoogte van de eerste resultaten ten aanzien van de afronding van inburgeringstrajecten.
- Actualiseer de gerealiseerde uitgaven voor inburgering in 2022 en 2023 en informeer de raad daarover in de jaarrekening.
- Verken de beleidsvrijheid die de gemeente heeft ten aanzien van inburgering (bijvoorbeeld als het gaat om gezondheid en bemiddeling naar werk) en geef daar vervolgens uw visie op.
Doorwerking
Op 5 februari 2024 schreef het college in haar bestuurlijke reactie dat ze het waardeerde dat de rekenkamer de inzet van het college herkent. Het college onderschreef dat er nog geen actueel inzicht is in de specifieke kosten voor inburgering, dat er een aantal specifieke aandachtspunten zijn en dat de gemeente in ontwikkeling is om meer zicht te krijgen op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de inburgering. Op 7 maart 2024 sprak de raad tijdens de Politieke Avond zijn waardering uit over het rekenkameronderzoek. Ook gaf de raad aan zich te kunnen vinden in conclusies en aanbevelingen. De beoogde eerstvolgende stap was het opstellen van een raadsvoorstel om daarmee het college formeel te verzoeken de aanbevelingen over te nemen.
Opdrachtgever: Rekenkamer Bronckhorst
Onderzoekers: Martijn Mussche en Rubin ten Broeke
Oplevering rapport: december 2023
Vergelijkbaar onderzoek door Unravelling:
Rekenkameronderzoek Armoedebeleid Dordrecht
Grensoverschrijdend gedrag topgolf | 18 januari 2024
Op 2 augustus jongstleden ontving de Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (NGF) een notitie van het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN). Met deze notitie stelde het CVSN de NGF op de hoogte van meldingen die meerdere melders hadden gedaan bij het CVSN. Het betrof meldingen over gedragingen door de bondscoach en door de algemeen directeur. Op 30 augustus 2023 besloot het bestuur van de NGF om een extern onderzoek te beleggen, zodat een objectief en zorgvuldig beeld zou worden geschetst over feitelijke inhoud en juistheid van de meldingen. Unravelling heeft dit onderzoek naar de meldingen uitgevoerd.
De centrale onderzoeksvraag was als volgt:
Welke meldingen zijn gedaan over grensoverschrijdend gedrag binnen het topsportdomein van de NGF, welke bewijsbare feiten en omstandigheden liggen ten grondslag aan deze meldingen en in hoeverre zijn de gemelde gedragingen te kwalificeren als grensoverschrijdend gedrag?
Het onderzoek is ingestoken als een feitenonderzoek naar de meldingen. Om tot een antwoord op de onderzoeksvraag te komen voerde Unravelling gesprekken met in totaal 30 personen. Unravelling heeft zich daarbij – in nauw overleg met CVSN – ingespannen om zoveel mogelijk melders te spreken. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met (ex-)stafleden, met topsporters en met ouders van topsporters. De onderzoekers stonden open voor gesprekken met alle betrokkenen bij het topgolfprogramma die zich zouden aandienen bij de onderzoekers. Het resulteerde in een onderzoeksrapport waar het bestuur van de NGF op 19 december 2023 kennis van nam.

Conclusies
In het onderzoek wordt geconcludeerd dat de communicatiestijl van de bondscoach als ongewenst werd ervaren door een aantal (ex-)stafleden, een aantal ouders van voormalig selectiespelers en een specifieke voormalig selectiespeler in het topsportcircuit. Unravelling heeft geen waarnemingen dat er bij de melders spelers of ouders van de huidige selectie zaten.
Het bestuur van de NGF gaf aan de gevolgen voor de direct betrokkenen te betreuren. Tevens benoemde het bestuur dat het de genoemde omgangsvormen op het gebied van communicatie onwenselijk achtte en dat deze niet in lijn waren met de gewenste cultuur van de NGF. In overleg met de bondscoach besloot het bestuur van de NGF de samenwerking met de bondscoach niet te verlengen na 31 december 2023.
In het onderzoek zijn geen grensoverschrijdende gedragingen van de algemeen directeur aangetroffen. De algemeen directeur legde voor oplevering van het rapport zijn functie neer en nam afscheid van de NGF.
Aanbevelingen en doorwerking
Uit het onderzoeksrapport is tevens een aantal aanbevelingen gekomen voor het topsportklimaat. Het bestuur zal zich in 2024 richten op het verbeteren van het topsportklimaat en de beoogde omgangsvormen. De aanbevelingen worden opgevolgd en in samenspraak met de (gedeeltelijk nieuwe) topsport-staf zullen er beleidsaanpassingen volgen, zo geeft het bestuur aan.
Media
NOS: Golfbond ontvangt meldingen over gedrag bondscoach en directeur
NOS: Directeur golfbond wacht onderzoek over gedrag niet af en stapt op
NOS: Bondscoach Lafeber weg bij golfbond: ‘Omgangsvormen niet in lijn met gewenste cultuur’
NOS: Oud-golfer Derksen luidt noodklok over ongewenst gedrag en slechte prestaties: ‘Doet pijn’
Opdrachtgever: Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (NGF)
Onderzoekers: Martijn Mussche, Miriam Dorigo en Hannelore Schouwstra
Oplevering rapport: december 2023
Vergelijkbaar onderzoek door Unravelling:
Onderzoek topsportklimaat triathlon
Toezicht en handhaving Cranendonck | 4 januari 2024
De rekenkamercommissie van Cranendonck (hierna: de rekenkamer) besloot om onderzoek in te stellen naar een onderwerp dat politiek gezien in de belangstelling stond: toezicht en handhaving. De rekenkamer vroeg Unravelling dit onderzoek te doen en zich te richten op zes geprioriteerde gemeentelijke toezichts- en handhavingstaken in de openbare ruimte.
De centrale onderzoeksvraag was als volgt:
In hoeverre is de uitvoering van de gemeentelijke toezichts- en handhavingstaken op het gebied van de openbare ruimte, zoals vastgesteld in het Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2020-2023 van de gemeente Cranendonck, doeltreffend, doelmatig en rechtmatig?
Om tot een antwoord op deze onderzoeksvraag te komen deed Unravelling een documentstudie, een aantal interviews en een observatie van de ‘hotspots’ op gebied van toezicht en handhaving in de gemeente Cranendonck.

Conclusies
De hoofdconclusie is dat de gemeente Cranendonck de basis van toezicht en handhaving op orde heeft, ondanks de uitdagingen van de gemeente gezien haar omvang, ligging, het buitengebied, de uitgebreide infrastructuur en het Asielzoekerscentrum (AZC). De gemeente heeft de juiste samenwerkingsverbanden en organisatiestructuur om het beleid uit te kunnen uitvoeren. Niettemin zijn er een aantal aandachts- en verbeterpunten:
- De gemeente heeft algemene doelen en uitgangspunten in haar Uitvoeringsbeleid VTH maar deze zijn niet concreet geformuleerd.
- De monitoring en interpretatie van de resultaten van het beleid kan beter.
- De gemeente handelt situationeel en wijkt daarom (redelijkerwijs) soms af van de vastgelegde VTH-prioritering.
- De problematiek op het gebied van toezicht en handhaving is complex. De gemeente dient alert te zijn op de rechtmatigheid, subsidiariteit, proportionaliteit en complexiteit van de situatie bij het inzetten handhavingsinstrumenten.
- De samenwerkingsverbanden dragen bij aan effectief en efficiënt toezicht en handhaving.
- Beperkte capaciteit van boa’s is een knelpunt.
- Er is geen bewijs bekend van ongelijke behandeling bij toezicht en handhaving, maar er zijn wel signalen van mogelijke risico’s op ongelijke behandeling.
- De beleidscyclus wordt consequent toegepast maar de raad staat nog op afstand van de problematiek en heeft behoefte aan meer betrokkenheid door informatie en advies.
Aanbevelingen
Op basis van de conclusies kwam de rekenkamer tot de volgende aanbevelingen aan het college (aanbeveling 6 eveneens aan de raad):
- Zorg voor realistische en concrete doelstellingen en koppel daaraan concrete acties die nodig zijn om de doelstellingen te bereiken. Dit geeft de uitvoering meer houvast in haar dagelijkse werk en de raad meer duidelijkheid in zijn controlerende rol.
- Geef duiding bij data zoals criminaliteitscijfers en de aantallen overtredingen bij controles ten behoeve van de beleidsmatige prioritering, de bijstelling van beleid en de betrokkenheid van de raad (zie ook aanbeveling 6).
- Meet de veiligheidsbeleving (subjectieve veiligheid) periodiek, bijvoorbeeld door een leefbaarheidsonderzoek of een enquête onder de inwoners. Hiervoor moeten ook indicatoren uitgewerkt worden.
- Kijk kritisch naar de binnen de gemeente beschikbare toezicht- en handhavingscapaciteit, aangezien deze weliswaar passend is voor een gemeente met de omvang van Cranendonck, maar (op dit moment) niet aansluit bij de opgave waar Cranendonck zich op het vlak van openbare orde en veiligheid en leefbaarheid mee geconfronteerd ziet.
- Geef op structurele en planmatige wijze invulling aan alle samenwerkingsverbanden. Met het oog op optimale afstemming binnen de ambtelijke organisatie omtrent alles dat met veiligheid, toezicht en handhaving te maken heeft, betekent dit het sturen op één geïntegreerd team Veiligheid, Vergunningen, Toezicht en Handhaving.
- Het is verleidelijk om van alle potentiële, maar ook van alle voorkomende problematiek een prioriteit te maken. Echter, wanneer alles prioriteit is, is eigenlijk niets prioriteit. Voorzie de raad van sturingsinformatie (informatie over objectieve en subjectieve veiligheid met duiding) en neem de raad daarin mee. Ga aan de hand daarvan het gesprek aan over het ambitieniveau, de doelen en prioritering, en de indicatoren die bepalend zijn voor het doelbereik.
Doorwerking
Op 8 mei 2023 schreef het college in de bestuurlijke reactie dat ze aandacht zal besteden aan de conclusies en aanbevelingen bij het opstellen van het eerstvolgende uitvoeringsdocument en het opstellen van het nieuwe VTH-beleidsplan. Ook zal het college zorgen voor een goede afstemming met het Integraal Veiligheidsplan (IVP) en kijken naar de mogelijkheid en relevantie van extra gesprekken met de raad over toezicht en handhaving. Op 10 oktober 2023 sprak de raad in een commissievergadering zijn waardering uit over het rekenkameronderzoek. Ook gaf de raad aan zich te kunnen vinden in conclusies en aanbevelingen. De beoogde eerstvolgende stap was het opstellen van een raadsvoorstel om daarmee het college formeel te verzoeken de aanbevelingen over te nemen.
Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Cranendonck
Onderzoekers: Martijn Mussche en Shauni Drost
Oplevering rapport: juni 2023
Vergelijkbaar onderzoek door Unravelling:
Bouw gemeentehuis Oldambt | 26 oktober 2023
De rekenkamer van Oldambt (hierna: de rekenkamer) heeft – naar aanleiding van een motie van de gemeenteraad – besloten onderzoek te doen naar de bouw van het gemeentehuis in de gemeente. De rekenkamer heeft Unravelling gevraagd dit onderzoek uit te voeren.
De bouw van een gemeentehuis is een groot project waar veel tijd mee gemoeid is. Voor het grote project stelde de gemeenteraad in 2019 € 25 mln. beschikbaar. De gemeenteraad wilde graag dat de rekenkamer het grote project zou monitoren. Daarop gaf de rekenkamer aan dat dit niet onder haar takenpakket valt. De rekenkamer gaf aan wel onderzoek te kunnen doen naar de grip van de gemeente op de bouw van het gemeentehuis.
De centrale onderzoeksvraag van het onderzoek was als volgt:
In hoeverre is de organisatie ‘in control’ bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis van Oldambt en welke lessen zijn daaromtrent te trekken voor dit project en eventuele andere grote projecten?

Conclusies
Het onderzoek laat zien dat de gemeente enerzijds aandacht heeft voor de kwaliteit van het te realiseren gemeentehuis. De organisatiestructuur zit logisch in elkaar en de gemeente heeft duidelijke keuzes gemaakt ten aanzien van de aankoop van gronden voor de bouw van het gemeentehuis. Ook heeft het college de raad goed meegenomen in de bouw van het gemeentehuis. Het college heeft de raad daarover op verschillende momenten geïnformeerd.
Anderzijds komt uit het onderzoek naar voren dat de gemeente niet in control is; dat wil zeggen dat het de gemeente niet lukt om de bouw van het gemeentehuis binnen de daarvoor gestelde kaders van tijd en geld te realiseren. De belangrijkste risicofactor is de afhankelijkheid van de HEMA voor de bouw van het gemeentehuis. Ook heeft de gemeente onvoldoende oog voor de financiële gevolgen van een langere doorlooptijd en beschikt de gemeente niet over actuele projectplannen. Tot slot heeft zijn er bestuurlijk te weinig kritische tegengeluiden geweest over de verwevenheid van de bouw van het gemeentehuis met de plannen van de HEMA.
Aanbevelingen
In het rapport doet de rekenkamer vijf aanbevelingen aan raad en college om de grip op grote projecten (in de toekomst) te verbeteren:
- Minimaliseer de afhankelijkheid van partners in een groot project (in dit geval HEMA). Leg de uitgangspunten en randvoorwaarden daarover op voorhand (schriftelijk) vast;
- Zorg voor (meer) borging van kritische tegengeluiden, bijvoorbeeld door het expliciet vastleggen van voor- en nadelen;
- Zorg voor een periodieke (bijvoorbeeld halfjaarlijkse) actualisatie van de risicoanalyse en de beheersmaatregelen en monitor de voortgang van deze beheersmaatregelen;
- Vergroot de focus op doorlooptijd. Een actuele en voldoende gedetailleerde projectplanning (inclusief mijlpalenplan) is daarbij cruciaal. Bespreek in elke stuurgroepvergadering de effecten van (onvoorziene) omstandigheden en ontwikkelingen op het tijdpad en stuur actief op het realiseren van het beoogde tijdpad;
- Het is van belang dat de raad op van tevoren afgesproken tijden en volgens door de raad gewenste wijze het college kan bevragen over de voortgang, de mogelijke risico’s en de onderhandse wijzigingen. Laat de raad deze werkwijze vormgeven en vastleggen.
Doorwerking
Op donderdag 28 september heeft Unravelling de bevindingen gepresenteerd tijdens een door de rekenkamer georganiseerde sessie voor raadsleden. Tijdens deze sessie heeft de rekenkamer de conclusies en aanbevelingen toegelicht en het rapport aan de gemeenteraad overhandigd. De raad besluit op een nader te bepalen moment of hij de conclusies en aanbevelingen overneemt.
Opdrachtgever: Rekenkamer Oldambt
Onderzoekers: Martijn Mussche en Rubin ten Broeke
Oplevering rapport: 18 augustus 2023
Doorwerkingsonderzoek Den Helder | 12 oktober 2023
De rekenkamer Den Helder (hierna: de rekenkamer) wilde weten in hoeverre de aanbevelingen van vier door haar opgeleverde rekenkamerproducten zijn opgepakt. Daartoe heeft de rekenkamer Unravelling gevraagd een zogeheten ‘doorwerkingsonderzoek’ uit te voeren.
Een doorwerkingsonderzoek houdt in dat wordt onderzocht in hoeverre de aanbevelingen die de rekenkamer in haar rapporten heeft gedaan aan de gemeenteraad en het college ook zijn opgevolgd. Het periodiek (laten) uitvoeren van een doorwerkingsonderzoek is belangrijk voor een rekenkamer. Niet alleen geeft het zicht in de doorwerking van de rekenkameronderzoeken, maar met de uitkomsten kan de rekenkamer ook haar eigen effectiviteit verbeteren.
De centrale onderzoeksvraag van het doorwerkingsonderzoek was als volgt:
In hoeverre en op welke wijze zijn de door de gemeenteraad overgenomen aanbevelingen uitgevoerd, en wat is de doorwerking van de rekenkamerrapporten in de gemeentelijke organisatie?

Belangrijkste conclusies
De onderzochte rapporten hadden uiteenlopende thema’s: de transformatie in de jeugdzorg, toezicht en handhaving, financiële risico’s van GGD Hollands Noorden en het armoedebeleid en de schuldhulpverlening. Ook is in het onderzoek gekeken naar de opvolging van de aanbevelingen die zijn gedaan in het eerdere doorwerkingsonderzoek van de rekenkamer uit 2019.
Uit het onderzoek komt naar voren dat 33% van de aanbevelingen in de vier rapporten volledig zijn opgevolgd door de raad en het college. Een kwart van de aanbevelingen is niet opgevolgd en de rest van de aanbevelingen is deels opgevolgd. Verder blijkt uit het onderzoek dat de rapporten van de rekenkamer over het algemeen niet hebben geleid tot (grote) aanpassingen in het beleid en de uitvoering. In die zin is de doorwerking van de rapporten beperkt. Ook zijn de aanbevelingen uit het eerdere doorwerkingsonderzoek slechts deels opgevolgd.
Wel leidden de rekenkamerrapporten regelmatig tot inzichten en inspiratie bij het college en de gemeente. Een voorbeeld hiervan is het rapport over het armoedebeleid; dit rapport hielp het college om de doelstellingen en bijbehorende indicatoren in het beleid scherp te stellen.
Aanbevelingen
Op basis van bovenstaande bevindingen is Unravelling samen met rekenkamer Den Helder tot de volgende aanbevelingen gekomen:
Aanbeveling 1: Pak een stevigere rol op in de opvolging van aanbevelingen (college).
Aanbeveling 2: Maak onderling afspraken over hoe (vaak) het college de raad informeert over
de opvolging van aanbevelingen (raad en college).
Aanbeveling 3: Richt een systeem in om de aan u gerichte aanbevelingen te monitoren en
periodiek (bijvoorbeeld halfjaarlijks) op de raadsagenda terug te laten keren (raad).
Aanbeveling 4: Volg de aanbevelingen uit het eerdere doorwerkingsonderzoek op (raad en college).
Doorwerking
Op maandag 4 september 2023 heeft Unravelling de bevindingen uit het rapport gepresenteerd in de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling. Tijdens de gemeenteraad van maandag 18 september besloot de raad de conclusies en aanbevelingen uit het rapport over te nemen.
Opdrachtgever: Rekenkamer Den Helder
Onderzoekers: Miriam Dorigo en Rubin ten Broeke
Oplevering rapport: 15 juni 2023
Sociale Monitor Ede | 21 september 2023
In opdracht van de gemeente Ede hebben we de Sociale Monitor Ede doorontwikkeld. De gemeente geeft dit document al sinds 2015 uit. Met de Sociale Monitor krijgt de gemeenteraad inzicht in hoe het ervoor staat binnen de gemeente op de thema’s van het sociaal domein (Wmo, jeugd en participatie). De gemeente Ede heeft de afgelopen tijd gewerkt aan de ontwikkeling van integraal werken langs de thema’s gezondheid en bestaanszekerheid. Deze ontwikkelingen en inzichten moesten landen in de Sociale Monitor, waarvoor Unravelling een nieuwe inhoud heeft ontwikkeld met bijpassende vormgeving. Een van de onderzoekers van Unravelling heeft dit gedaan vanuit een rol als gedetacheerd onderzoeker binnen het team Kenniscentrum van de gemeente.

Aanleiding
De gemeente Ede heeft de afgelopen tijd gewerkt aan de ontwikkeling van integraal werken langs de thema’s gezondheid en bestaanszekerheid. De gemeente benadrukt dat de thema’s verweven zijn. Een voorbeeld; wanneer een inwoner langdurig weinig geld heeft, kan dit stress opleveren. Chronische stress heeft consequenties voor de fysieke gezondheid en voor het vermogen om (financieel) gezonde keuzes te maken. Vooruitdenken en plannen worden moeilijker, en dit zorgt ervoor dat het voor de betreffende inwoner moeilijker wordt een baan te vinden en te behouden. Daardoor kan deze inwoner moeilijk voldoende inkomen verwerven, hetgeen bijdraagt aan stress.
De gemeente heeft de visie dat het belangrijk is om gezondheid en bestaanszekerheid in samenhang te zien; integraal werken levert meer op dan het werken en denken vanuit de klassieke sociale domeinen.
Proces
De gemeente was nog bezig met het ontwikkelen van een visie op de thema’s bestaanszekerheid en gezondheid en de uitvoering die hierbij aansluit. Dit proces is nog steeds gaande. Omdat deze visie in de Sociale Monitor moest worden toegelicht, heeft Unravelling de teams van beleidsmedewerkers die werken aan bestaanszekerheid en gezondheid een aantal structurerende vragen gesteld. Vragen waren bijvoorbeeld: wat verstaan we onder de begrippen bestaanszekerheid en gezondheid, wat zijn de doelen van de gemeente Ede op dit thema, hoe gaat het met de inwoners op dit thema en zien we hier ontwikkelingen en hoe wordt hieraan gewerkt door de gemeente? Het stellen van deze vragen was waardevol omdat er nog niet overal pasklare antwoorden lagen. Doordat we gesprekken organiseerden rondom deze vragen, zette de organisatie stappen in het proces om een gemeenschappelijke, gedragen en scherpe visie op deze thema’s te ontwikkelen.
Resultaat
Het waardevolle van de Sociale Monitor is dat hierin de stand van zaken in de gemeente staat beschreven. In de Sociale Monitor gaat het om de vraag: waar en met wie gaat het goed, waar en met wie minder? Dit wordt vervolgens gekoppeld aan de monitoring van de uitvoering. Raadsleden krijgen daardoor inzicht in de uitdagingen waar de gemeente voor staat en kunnen direct zien hoe de gemeente daarop inspeelt. Zo heeft de gemeente een aantal buurten waar de problematiek zich opstapelt – denk aan relatief veel inwoners met problemen met de mentale en fysieke gezondheid, weinig mensen met een baan en indicatoren dat de leefbaarheid in de buurt onder druk staat. Gemeente Ede werkt buurtgericht en daarom biedt dergelijke informatie aanknopingspunten om in de buurten waar het minder goed gaat de juiste inzet te plegen.
Bovendien beschrijft de Sociale Monitor hoe de nieuwe visie op de thema’s bestaanszekerheid en gezondheid bijdraagt aan de gemeentelijke uitvoering van beleid. In veel gemeenten wordt beleid geschetst in een vierjaarlijks statisch document dat daarna als enige referentie geldt. Er zijn echter continu maatschappelijke en economische ontwikkelingen en het college en het ambtelijke apparaat zitten niet stil. Zij gebruiken voortdurend nieuwe inzichten om beleid en uitvoering te verbeteren en aan te scherpen. Door de jaarlijkse Sociale Monitor krijgt de raad deze ontwikkelingen goed mee.
Het college heeft positief gereageerd op de Sociale Monitor en heeft de ambitie deze landelijk te delen. Op donderdag 21 september is de Sociale Monitor gepresenteerd aan de gemeenteraad. De Sociale Monitor is hieronder te raadplegen.
Opdrachtgever: Gemeente Ede
Onderzoeker: Miriam Dorigo
Oplevering: 4 september 2023
Opdrachtgevers integriteitsonderzoek | 27 juli 2023
Unravelling werkt voor diverse opdrachtgevers. Op onze website blijkt bijvoorbeeld uit de casusbeschrijvingen voor welke rekenkamers Unravelling onderzoeken heeft uitgevoerd. De namen van deze opdrachtgevers komen ook langs op onze homepage.

De afgelopen tijd zijn we echter ook meer en meer actief in integriteitsonderzoek. Opdrachtgevers zijn onder meer het Huis voor Klokkenluiders en de Integriteitscommissie JenV. We werkten de afgelopen jaren voor gemeenten, zorginstellingen, not for profit organisaties en tijdelijke onderzoekscommissies van overheden. Vanwege de vertrouwelijke aard van integriteitsonderzoeken kunnen we de namen van dergelijke opdrachtgevers in de regel niet delen. We zijn discreet over het feit dat we een bepaalde kwestie onderzoeken en ook zijn de uiteindelijke onderzoeksrapporten veelal vertrouwelijk.
Een uitzondering vormde het onderzoek in opdracht van de Nederlandse Triathlon Bond, waarbij het voor betrokkenen goed was te weten dat er een onderzoek werd uitgevoerd en welk onderzoeksbureau betrokken was. Dat was op dat moment geen geheim. En bij dat onderzoek had de opdrachtgever van meet af aan de insteek dat het uiteindelijke rapport openbaar moest worden. Maar ook voor dat onderzoek gold dat Unravelling niet zelf de publiciteit opzocht. Dat was aan de opdrachtgever. We hanteren als stelregel dat we uitsluitend na afloop van een onderzoek op onze website datgene publiceren dat door onze opdrachtgever zelf al openbaar is gemaakt. En zoals gezegd is dat bij integriteitsonderzoek meestal niet aan de orde. Daarmee blijft ook onbekend wie onze opdrachtgevers van integriteitsonderzoeken zijn.
Meer weten over integriteitsonderzoek? Neem contact op met Martijn Mussche.
Vertrouwen tussen raad en college: komt te voet en gaat te paard? | 1 juni 2023
‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’ Een rake uitspraak die gaat over alle verhoudingen in de politiek, en wordt veel gebruikt als het gaat over het vertrouwen van burgers in hun overheden. Maar ook binnen het lokale bestuur is vertrouwen belangrijk, namelijk tussen de raad en het college. In deze blog vertelt collega Miriam waarom vertrouwen tussen de raad en het college zo belangrijk is en geeft enkele tips voor het herstellen of creëren van vertrouwen.

Achtergrond
Op gemeentelijk niveau heeft de raad als hoogste bestuursorgaan formeel de meeste macht. Alle beslissingen worden immers aan de raad voorgelegd en op dat moment kan de raad sturen en een besluit aanpassen, herzien of zelfs terugdraaien. Het college ontwikkelt beleid en voert het uit, is opdrachtgever van de ambtelijke organisatie en heeft een informatievoorsprong op de raad. Het college heeft daarmee een eigen machtspositie.
De bedoeling van deze bijzondere verhouding is evenzeer een scheiding van machten, als een gelijkwaardige verdeling ervan. In de Wet Dualisering Overheid zijn de formele contouren van deze verhouding uitgewerkt. De raad moet bijvoorbeeld door het college voorzien worden van tijdige, volledige en juiste informatie om beslissingen te nemen. Er bestaat echter ruimte voor een eigen gemeentelijke bestuurscultuur, want de formele regels leggen niet vast hoe dit er in de praktijk uitziet. Deze bestuurscultuur komt neer op informele ‘omgangsvormen’ die idealiter de politieke verhoudingen in balans houden. De raad houdt zich dan op hoofdlijnen met het beleid bezig en niet met de details, zodat het college vrijhoud om te handelen krijgt. Het college zou de raad ‘iets te kiezen’ moeten geven bij grote besluiten.
Voorbeeld: brug bij een middelgrote plaats
Omdat dit abstract is schetsen we een scenario. Langs een middelgrote plaats moet een nieuwe brug over de rivier worden aangelegd. Het college kan hiervoor aan de raad een voorkeursontwerp voorleggen. De raad krijgt de voorkeursvariant aangeboden met argumenten om het goed te keuren, zoals lage kosten en doorstroming van het verkeer. In een bijlage zijn alternatieven opgenomen. Een tweede scenario is dat het college de raad in een vroeg stadium inzicht geeft in de schetsontwerpen van verschillende varianten voor de brug. Daardoor krijgt de raad de kans prioriteiten aan te geven en beter inzicht te krijgen in de voor- en tegenargumenten.
In het eerste scenario kan de raad één van de alternatieve varianten uit de bijlage kiezen, maar in de praktijk zal de raad met het college in gesprek gaan over de voorkeursvariant. De raad doet hooguit een amendement op het voorstel om bijvoorbeeld de fietsstrook op de brug te verbreden of vraagt om meer informatie. In het tweede scenario zal er een brede discussie plaatsvinden over de drie varianten. In deze discussie passeren voor- en tegenargumenten van de drie varianten de revue, waarbij de prioriteiten van de raad weer aan bod komen. Op die manier heeft de raad uiteindelijk de vrijheid om een weloverwogen keuze te maken.
Besturen vanuit wan/ver/trouwen
Waarschijnlijk is de inhoudelijke uitkomst in beide scenario’s gelijk, bijvoorbeeld omdat de argumenten voor de gekozen variant sterk zijn. Het proces verloopt in het tweede scenario echter veel beter, doordat de raad vanaf het begin meegenomen is in de overwegingen. In het eerste scenario probeerde het college de raad te sturen in de richting van de voorkeursvariant. Dit zal in de regel zo gebeuren omdat één variant duidelijk het beste is. De raad ziet zich echter ‘gesteld voor een voldongen feit’, of hij vat het zo op. Dit kan wantrouwen voeden – vertrouwt het college het oordeelsvermogen van de raad soms niet, of is het een prestigeproject? De uitkomst zal, zoals gezegd, waarschijnlijk hetzelfde zijn. Maar het eerste scenario levert een minder goed proces op, en kan daardoor de verhoudingen tussen raad en college op scherp zetten.
De gevolgen daarvan kunnen aanzienlijk zijn. Bij grote projecten zoals een brug spelen er vaak overschrijdingen van de kosten en planning. De raad moet daarover geïnformeerd worden en mogelijk volgt er een budgetbeslissing. Dit zal voor een gekrenkte raad een moment zijn om zijn macht te doen gelden. Het gesprek zal in het eerste scenario worden gevoerd vanuit wantrouwen en gaat over inschattingsfouten, mogelijkheden van de raad om invloed uit te oefenen op het project, en in het ergste geval zal het gesprek tussen college en raad zelfs gaan over politieke consequenties.
In het tweede scenario heeft de raad zelf weloverwogen de beslissing genomen die nu voor een overschrijding zorgt. Hoewel er nog steeds sprake kan zijn van onbegrip over de mogelijk gebrekkige planning, is de raad nu niet ‘op het oorlogspad’. De raad is immers mede-eigenaar gemaakt van de beslissing en voelt zich ervoor verantwoordelijk.
Hoe dan wel?
De consequenties van een zij/wij bestuurscultuur zijn van potentieel destructief karakter voor de politieke verhoudingen en daarmee voor de daadkracht van een gemeente. Daarom geven we hieronder enkele tips voor het creëren of herstellen van het vertrouwen.
Tips college
Ga als college eens op de stoel van de raad zitten. Beschouw diens informatiepositie, overweeg de politieke prioriteiten van de coalitie en de oppositie. Wat zouden vragen zijn die een raadslid in die positie kan hebben? Welke prioriteiten heeft dit raadslid?
- Overweeg of de informatie die je de raad biedt begrijpelijk is. De raad is immers een ‘lekenbestuur’ en van raadsleden kan niet worden verwacht dat zij overal kennis van hebben. Als informatie mogelijk onduidelijk is, maak de informatie dan begrijpelijker. Begrijpelijker is niet hetzelfde als méér informatie – in onze gesprekken met raadsleden horen we ook behoefte aan beknopte overzichten van processen zoals het geschetste, zeker als het over meerdere bestuursperiodes gaat.
- Sorteer voor op vragen en beantwoord ze waar je kan al vooraf.
- Als je de prioriteiten van de raad in overweging neemt, welke afwegingen in het besluit behoeven dan extra toelichting? Biedt die toelichting.
- Neem de raad even serieus als een vertrouwde vriend met een andere politieke kleur. Dat betekent; ga uit van diens goede bedoelingen en reageer vanuit vertrouwen.
Tips raad
Pak als raadslid eens bewust de rol van volksvertegenwoordiger en beschouw de zaak als burger. Welk belang heeft een gemiddelde burger? Welke belangenconflicten bestaan er in de gemeente die je moet afwegen? Zijn de meeste burgers, of een belangrijke minderheid, gediend met de vragen die je aan de raad stelt, en de amendementen die je indient?
- Neem een minimalistische houding aan; stel een vraag alleen, wanneer het antwoord consequenties kan hebben voor jouw oordeel over het project. Als dat het geval is, denk dan vooraf na alternatieven of amendementen die deze kwestie oplossen.
- Houdt de grote lijn in gedachten. De raad bewaakt miljoenen en bedient tienduizenden tot honderdduizenden mensen. Deze grote lijn, bezien vanuit de eigen politieke kleur, moet de vragen, amendementen en stemming bepalen.
- Neem het college even serieus als een vertrouwde vriend met een andere politieke kleur. Dat betekent; ga uit van diens goede bedoelingen en reageer vanuit vertrouwen.
Deze blog is geschreven door Miriam Dorigo. Meer weten over het vertrouwen tussen raad en college? Neem dan contact op met haar of met Martijn Mussche.
Demografische ontwikkelingen Noordenveld | 17 mei 2023
De rekenkamercommissie Noordenveld wilde onderzoek laten uitvoeren naar de wijze waarop demografische gegevens worden ingezet en gebruikt binnen de gemeente. Unravelling heeft hier in opdracht van de rekenkamercommissie onderzoek naar gedaan. De achtergrond van het onderzoek was gelegen in de vraag hoe vitaal de gemeente Noordenveld is als het gaat om vergrijzing, woningbouw en de verschraling van het winkel- en ondernemersbestand.
De centrale onderzoeksvraag was als volgt:
‘Hoe gebruikt de gemeente voor de beleidsvelden wonen, werken, economie en jeugd in de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie demografische gegevens, en hoe kan zij het gebruik van demografische gegevens verbeteren?’

Bevindingen en conclusies
Beleid en uitvoering
De gemeente maakt gebruik van kwalitatief goede demografische gegevens in de beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Zo maakt de gemeente gebruik van kwalitatief goede bronnen, zoals het CBS en Waarstaatjegemeente. Het verschilt echter per beleidsveld in hoeverre de gemeente demografische gegevens gebruikt. Voor sommige beleidsvelden is de gemeente structureler in bezit van actuele demografische gegevens dan voor andere.
Er blijkt geen eenduidige werkwijze te zijn voor het ophalen, analyseren en borgen van demografische gegevens. Dit komt omdat er geen richtlijnen voor zijn en omdat er gebrek is aan capaciteit om een professionaliseringsslag te maken voor het gebruik van demografische gegevens.
Het college heeft geen visie of ambitie ten aanzien van het beïnvloeden van de demografie van Noordenveld. Een dergelijke visie of ambitie zou de gemeente wel houvast kunnen bieden in diverse beleidsvelden om beleid richting te geven en keuzes te maken in de uitvoering. Een voorbeeld waar een visie waarde heeft, zijn de ontwikkelingen op de Groningse woningmarkt. Deze kunnen zorgen voor overloop naar Noordenveld.
Evaluatie en monitoring
De gemeente monitort en evalueert beleid in beperkte mate. Voor zover dit wel gebeurt maakt de gemeente hierin weinig gebruik van demografische gegevens. Kijkend naar de beleidscyclus is de gemeente vooral bezig met Plan-Do (beleidsplannen maken en uitvoeren) en minder met Check-Act (evalueren en bijsturen).
Aanbevelingen op hoofdlijnen
Op basis van bovenstaande bevindingen heeft Unravelling samen met de rekenkamercommissie aanbevelingen gedaan aan de raad en het college. Hieronder geven we deze aanbevelingen op hoofdlijnen weer. Voor de complete versie zijn het bevindingenrapport en de bestuurlijke oplegger (conclusies en aanbevelingen) onderaan deze pagina te raadplegen.
- Benadruk bij medewerkers het belang van het gebruiken van demografische gegevens, bijvoorbeeld middels informatiesessies;
- Formuleer een visie op informatiemanagement;
- Creëer een ambtelijke rol voor de professionaliseringsslag voor het gebruik van (demografische) gegevens;
- Creëer een digitaal online platform met een set openbare (demografische) gegevens;
- Stel een visie/ambities vast over (het beïnvloeden van) de demografie van Noordenveld;
- Verbeter de monitoring en evaluatie van beleid en uitvoering en het toepassen van demografische gegevens daarin en maak hier als college en raad afspraken over;
- Zorg dat demografische ambities/doelen concreet en meetbaar zijn;
- Stel een richtlijn op voor de afweging wanneer gebruik te maken van externe bureaus voor demografische analyses en evaluaties, en wanneer dit intern kan.
Doorwerking
Het college heeft in een bestuurlijke reactie laten weten de conclusies en aanbevelingen ter harte te nemen.
Op maandag 8 mei hebben de rekenkamercommissie en Unravelling het onderzoek gepresenteerd aan de gemeenteraad. De besluitvorming in de gemeenteraad over het onderzoek vindt op een nog nader bekend te worden moment plaats.
Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Noordenveld
Onderzoekers: Miriam Dorigo en Rubin ten Broeke
Oplevering rapport: 29 november 2022